Olympisch kampioene Visser op haar plek in ‘allroundtrein’

Foto: ANP

Ze heeft op de 5000 meter haar eerste race onder de 7 minuten alweer gereden. Esmee Visser, olympisch kampioene op deze afstand, eindigde eerder deze maand in Thialf in een tijd van 6.59.00. Dat belooft veel goeds voor het komende schaatsseizoen, dat vrijdag officieel in Heerenveen begint met de eerste dag van de NK afstanden. De 24-jarige stayer van Team IKO verdedigt haar titels op de 3000 meter (zaterdag) en 5000 meter (zondag).

“Dat was inderdaad een prima tijd”, blikt Visser voldaan terug op haar testrace. “Ik schaatste heel lekker en dat in een doods Thialf. Maar ik moet nog wel verder groeien. Ik heb echt races nodig om beter te worden. Later in het seizoen hoop ik sneller dan ooit te rijden.”

Visser had vorige winter een prima voorseizoen. Ze behaalde twee Nederlandse titels en de Europese titel op de 3000 meter. Daarna werd het echter minder. De WK afstanden in Salt Lake City leverden niet het gewenste goud op: brons op de 5000 meter en vijfde op de 3000 meter. Visser weet inmiddels waarom ze tijdens het belangrijkste toernooi van het seizoen niet kon pieken.

“Ik was goed op weg, maar ben in januari na de EK een week op trainingskamp gegaan op Lanzarote. Ik heb daar veel getraind, alleen op de fiets en met veel intensiteit. Het was de eerste keer voor mij dat ik tijdens de winter van het ijs afging en naar de zon trok en achteraf bleek dat voor mij geen goede keuze. Ik kon daarna bij terugkeer niet meer doorgroeien en bleef een beetje stilstaan. De prestaties vlakten af en dat was best teleurstellend, ja. Maar ik heb er veel van geleerd.”

Visser, studente farmaceutische wetenschappen aan de VU in Amsterdam, tekende in april van dit jaar een contract tot en met de Winterspelen van Peking 2022 bij Team IKO. Ze moest op zoek naar een nieuwe ploeg omdat TalentNED stopte op het hoogste niveau. Bij haar nieuwe formatie traint Visser veel met allrounders als Jan Blokhuijsen, Bart Swings en Yves Vergeer en dat bevalt haar prima.

“We hebben in ons team een heel mooie allroundtrein. Ik word heel erg door die mannen uitgedaagd. Als zij vanuit duurrondjes gaan versnellen, moet ik er achter aan. Daardoor train ik meer dan vroeger op wedstrijdsnelheid. Als ik dan weer alleen train, probeer ik zoveel mogelijk die snelheid aan te houden. Die intensievere prikkel, dat dieper gaan, maakt me sterker. Het wordt een nieuwe basis voor mij, waardoor ik stabiele en snellere rondetijden kan gaan rijden. Hopelijk is dat bij de NK al te zien.”