Avital Selinger gaat weer als bondscoach van de Nederlandse volleybalsters aan de slag. Hij is de opvolger van de Italiaan Giovanni Caprara, die Oranje begin dit jaar voor eigen publiek niet naar de later uitgestelde Olympische Spelen van Tokio wist te loodsen.
Selinger heeft zich tot de WK van 2022 in eigen land verbonden aan de vrouwenploeg, met een optie om verder te gaan tot de Olympische Spelen van twee jaar later in Parijs. Hij gaat een staf vormen met Francien Huurman, Erik Reitsma en Rianne Verhoek.
De 61-jarige Selinger had de Nederlandse volleybalsters ook al van 2005 tot 2011 onder zijn hoede, met een tweede plaats op het EK van 2009 en winst van de Grand Prix in 2007 als hoogtepunten. De oud-volleyballer was het afgelopen jaar verantwoordelijk voor het Nederlandse talententeam. Hij blijft die functie voorlopig met zijn baan als bondscoach van de vrouwen combineren.
Selinger heeft een aantal van zijn talenten al nodig op het WK van 2022, dat wordt beslist met een finale in het Gelredome. Hij zal de nationale ploeg moeten verjongen, na de gemiste kans op deelname aan de Spelen van volgend jaar in Tokio. Zo kozen sterspeelster Lonneke Slöetjes en Celeste Plak na het teleurstellend verlopen olympisch kwalificatietoernooi voor een sabbatical. Het is nog maar de vraag of zij terugkeren.
Selinger heeft nog geen contact gezocht met Sloetjes en Plak. “Maar laat duidelijk zijn dat ik zulke topspeelsters er graag bij heb”, zei de nieuwe bondscoach, die kansen ziet om Oranje weer terug te brengen naar de wereldtop. “We gaan niet verjongen om het verjongen. Dat mag niet ten koste gaan van de prestaties. We zijn nog steeds een ploeg die niet zo lang geleden als vierde op het WK en de Spelen zijn geëindigd. Dat is het niveau waar we heen willen. Ik heb er alle vertrouwen in dat het gaat lukken.”
Maret Grothues, aanvoerster van de Nederlandse vrouwenploeg, kijkt uit naar de samenwerking met Selinger. “Hij is een trainer van wereldniveau”, stelt ze. “Hij maakt spelers zeer sterk. We kijken er naar uit om met hem aan de slag te gaan.”