Krol grijpt de macht bij EK sprint met winst op 1000 meter

Foto: ANP

Thomas Krol heeft bij de EK sprint in Thialf de koppositie in het klassement gepakt. Dat deed de 28-jarige schaatser van Jumbo-Visma met een indrukwekkende race op de eerste 1000 meter. De Nederlandse kampioen op deze afstand zegevierde in een tijd van 1.07,49. Daarmee zette hij de concurrentie op flinke achterstand.

Krol, vierde op de 500 meter in een persoonlijk record van 34,90, verdedigt zondag op de tweede 500 meter een voorsprong van 0,34 seconde op ploeggenoot Hein Otterspeer. De Nederlands sprintkampioen reed op de 1000 meter de derde tijd (1.08,27).

De onttroonde Kai Verbij reed op de 1000 meter de tweede tijd (1.08,17). Zijn rol bij de EK was echter zaterdag op de 500 meter al na amper 100 meter uitgespeeld. De sprinter van Jumbo-Visma ging op het rechte stuk onderuit waarmee zijn klassement was verkeken. Hij won de eerste twee edities van de EK sprint, in 2017 en 2019.

Krol, van oudsher een specialist op de middellange afstand, was zaterdag zowel met zijn 500 meter als zijn 1000 meter heel gelukkig. “Ik laat het nu op beide afstanden zien”, sprak hij bij de NOS voldaan. “Dat doet me heel goed. Mijn persoonlijke record op de 500 meter was misschien het meest verrassend, maar ik ben zelf het meest tevreden over de 1000 meter.”

Eind december bij de WK-kwalificatie in Thialf finishte Krol in 1.07,36. De omstandigheden in de Friese schaatstempel waren destijds vrijwel ideaal. Op de eerste EK-dag was de luchtdruk een stuk minder laag, maar slaagde Krol er niettemin in om opnieuw en als enige onder de 1.08 te duiken. “Ook deze race kan ik goed gebruiken op weg naar de WK afstanden komende maand.”

Door de uitglijder van Verbij en zijn sterke optreden op zaterdag is Krol van outsider plotseling veranderd in een belangrijke titelkandidaat. Daar is hij zelf ook best een tikje verbaasd over. “Het is nu aan mij om mijn voorsprong in het klassement vast te houden. Ik zal sowieso de schade op de 500 meter beperkt moeten houden. En daarna kan ik op de 1000 meter nog een eind komen. Of ik Europees kampioen moet worden? Ik moet helemaal niks. Als ik zo ga denken, wordt het zondag waarschijnlijk helemaal niks. Maar het zou wel heel gaaf zijn.”