Op 23 januari moet het voor de waterpolosters gebeuren in Triëst

Foto: ANP

In de agenda van Arno Havenga staat al geruime tijd om zaterdag 23 januari een grote, rode cirkel. “De 23e, om 18.00 of 20.00 uur, tegen Hongarije of Griekenland. Dan moet het gebeuren voor ons”, zegt de bondscoach van de Nederlandse waterpolosters voorafgaand aan het olympisch kwalificatietoernooi in Triëst. “Welk land we in de halve finales treffen maakt niet zo uit, dat is een beetje om het even. We moeten gewoon winnen, klaar. En daar zijn we klaar voor.”

De waterpolosters verlaten zondag hun ‘bubbel’ in Zeist voor een nog strengere ‘bubbel’ in de Italiaanse stad Triëst. Alles om het coronavirus buiten de deur te houden. “Bij aankomst krijgen we direct een sneltest en een PCR-test. Ieder deelnemend land heeft een eigen bus, een eigen deel van het hotel en vaste tijden waarop je naar de eetzaal en het zwembad mag”, vertelt Havenga. “We kunnen verder geen stap buiten het hotel zetten. Wie de regels overtreedt, krijgt een sanctie. Je kan als ploeg zelfs uit het toernooi worden gezet.”

Vanwege alle coronarestricties zat oefenwedstrijden spelen er in de aanloop naar het OKT niet in. De 46-jarige Rotterdammer liet zijn ploeg onderlinge duels spelen, waarbij een echte wedstrijdsetting zo goed mogelijk werd nagebootst met onder meer officiële scheidsrechters langs de badrand. “Het gevoel over de voorbereiding is goed. Maar we kunnen het niet ‘meten’. Dat moet pas blijken op het toernooi zelf”, zegt Havenga. De waterpolosters starten het OKT dinsdag tegen Slowakije en spelen daarna in de groep tegen Italië en Frankrijk. Vrijdag zijn de kwartfinales, een dag later de cruciale halve finales waarin de twee tickets voor Tokio op het spel staan.

Oranje bewaart slechte herinneringen aan Triëst, waar het in 2012 als regerend olympisch kampioen naast een ticket voor de Spelen van Londen greep. Italië was in het beslissende duel met 7-6 te sterk. Vier jaar later, op het OKT in Gouda, ging het weer op het beslissende moment mis, toen tegen Spanje (7-10). “Terug naar Triëst, ach ja”, zegt Havenga met een zucht. “Dat was een heel andere tijd. Ik was toen ook geen hoofdcoach en de ploeg zat in een heel andere fase. De situatie is nu heel anders. De afgelopen jaren deden we steeds mee om de medailles.”

De waterpolosters werden in 2018 kampioen van Europa, na drie keer zilver op EK’s en een WK. Bij de Europese eindronde van vorig jaar, met voor de winnaar een ticket naar de Spelen, ging het echter mis. Oranje eindigde als vierde en zag zo ook de derde kans om zich te plaatsen voor de Spelen van Tokio vervliegen. Nu resteert nog één kans, in Triëst. Havenga: “Het gaat nu echt om die ene wedstrijd. Daar hebben we in de voorbereiding ook niet omheen gedraaid: op 23 januari, bam; dan moet het gebeuren.”