Ploegleider Vierhouten wars van strakke schema’s bij terugkeer

Foto: ANP

Aart Vierhouten keert volgende week terug als ploegleider van een wielerploeg op het hoogste niveau. Bij het Zuid-Afrikaanse Qhubeka-Assos wil de oud-renner en voormalig bondscoach van junioren en beloften vooral niet vervallen in strakke schema’s en protocollen. Geen nauwkeurig afgewogen porties bij het buffet, maar ook eens trainen zonder wattage- en hartslagmeters. “Het is ‘killing’ voor het wielrennen”, oordeelt de 50-jarige autodidact op trainingsgebied.

Hij proefde vorig jaar bij het kleine Deense Riwal al weer aan het vak dat hij in 2013 had losgelaten. Vierhouten, pas op zijn 25e prof geworden bij Rabobank, werd na zijn actieve loopbaan in 2010 bondscoach bij wielerbond KNWU. Een gouden lichting had hij onder zijn hoede. “Dumoulin, Van Baarle, Groenewegen, ik heb ze allemaal voorbij zien komen”, vertelt hij in afwachting van zijn eerste koers met Qhubeka; volgende week de Ronde van de Provence.

Op het moment dat de KNWU besloot het budget dat hij mocht besteden te halveren, stapte hij op om vervolgens nog een jaar als ploegleider bij Vacansoleil-DCM in dienst te zijn. Daar had hij Bert-Jan Lindeman nog onder zijn hoede. Acht jaar later troffen beiden elkaar afgelopen maand weer bij het trainingskamp van de ploeg die vorig jaar nog NTT Pro Cycling heette. “Ik had eerder al zitten denken: wat doe ik, hoe gaat het, wat vind ik leuk? En ook: waar kan ik waardevol zijn?”

In de tussentijd was Vierhouten wieleranalist geweest voor de NOS, gaf (en geeft) hij clinics, verzorgde hij hospitality voor bedrijven tijdens wielerkoersen en verdiepte hij zich in trainings- en ademhalingsleer. Met Koen de Jong, onder meer gespecialiseerd in ademhalingsoefeningen, schreef hij twee boeken. “Bij de beloften zag ik jongens die voor de start al een hartslag van 120 hadden. Ik was daar als renner al mee bezig geweest. Las er ook boeken over die na dertig pagina’s verzandden in Latijnse termen. Wij hebben het meer in jip-en-janneketaal proberen uit te leggen.”

“Met ambitieuze mensen bezig zijn, coachen”. Daar ligt zijn passie. Bij Qhubeka zijn de renners over de ploegleiders verdeeld en heeft hij naast Lindeman en de eveneens ervaren Belg Dimitri Claeys ook twee jonge renners – Mauro Schmid en Karel Vacek – onder zijn hoede. “De twee jongsten van de ploeg. Ik heb affiniteit met jongeren, probeer ze vooral zonder druk ontspannen te laten groeien. Ze worden tegenwoordig vaak al heel jong prof, met het gevaar dat ze vroeg opgebrand zijn.”

Het moet niet te strak zijn, vindt Vierhouten. “Natuurlijk gebruik je de wetenschap. Trainingen zijn tegenwoordig vooral gerichte oefensessies waarin je de intensiteit nabootst. Afgewisseld met lange dagen, 6 à 7 uur op de fiets. Dat zal nooit verdwijnen.” Hij kent de beelden van renners met hun bordje in de ene hand en een weegschaal in de andere voor het buffet. “Nee, dat zal bij ons niet gebeuren. En wij trainen ook regelmatig zonder hartslagmeter, zonder wattages. Gewoon elkaar aanvallen, de lol erin houden.”