Van der Poel: nu uitrusten tot Milaan-Sanremo

Foto: ANP

Mathieu van der Poel boekte zondag zijn tweede ritzege in Tirreno-Adriatico. Maar de inspanningen die hij in de vijfde etappe leverde, zullen hem de komende dagen nog wel even parten spelen. “Ik moet het nu even rustig aan doen, maar ik heb nog een week om te herstellen”, vertelde de Nederlander van Alpecin-Fenix na zijn spectaculaire ritzege in Castelfidardo. Hij geldt als favoriet voor de voorjaarsklassieker Milaan-Sanremo, die zaterdag wordt verreden.

Van der Poel wist niet of het een verstandige actie was geweest, zijn solo van meer dan 50 kilometer, met het oog op andere doelen dit voorjaar. “Ik kreeg het koud, daarom heb ik aangevallen”, verklaarde hij zijn agressieve koerstactiek, die hem in de slotkilometers nog bijna opbrak. Klassementsleider Tadej Pogacar dichtte een gat van bijna 3 minuten en kwam uiteindelijk tien seconden tekort om de Nederlander van de ritwinst af te houden. “Ik wilde er een harde koers van maken”, keek Van der Poel terug. “We waren met een groep van twintig goede renners, maar er was weinig samenwerking. Ik kwam op een klim alleen voorop, toen ben ik maar doorgegaan.”

Dat ging goed, tot een kleine 20 kilometer voor de finish van de rit over tal van korte steile klimmetjes. “Vanaf dat moment had ik het extreem koud. Dit was een van mijn zwaarste dagen ooit op de fiets. Ik zal de laatste twee dagen hier mijn energie sparen. Morgen is het voor de sprinters en voor de individuele tijdrit heb ik ook geen ambities.”

Vorig jaar kon Van der Poel zich bij zijn debuut in Milaan-Sanremo niet mengen in de sprint om de zege, gewonnen door de Belg Wout van Aert. “Het belangrijkste is om de goede benen te hebben. Die had ik vorig jaar niet, hopelijk dit jaar wel.”

Pogacar, die Van der Poel net niet van de ritwinst had kunnen afhouden, was tevreden over de afloop van de rit waarin hij zijn voorsprong op naaste belager Van Aert had kunnen uitbreiden. “Ik had goede benen, ondanks de kou. Ik wilde Wout lossen, het ging mij vandaag alleen om het klassement.”