Wielrenner Bol hoopt in derde Tour op eerste overwinning

Foto: ANP

Wielrenner Cees Bol gaat in zijn derde Tour de France op jacht naar zijn eerste overwinning. De sprinter van Team DSM toonde vorig jaar zijn snelle benen met een tweede en een derde plaats, maar een overwinning bleef uit. “Net zoals in 2020 mik ik op ritwinst”, zegt de 25-jarige Noord-Hollander. “Maar ik besef maar al te goed hoe moeilijk het is in de Tour.”

De teller bij Team DSM staat dit jaar pas op één overwinning. Bol zorgde daar in maart voor, in Parijs-Nice. “Natuurlijk start je liever met wat overwinningen op zak, maar ik ervaar niet meer druk om te scoren met de ploeg”, zei de sprinter op een online-persmoment in Brest. “Ik kan dat loslaten. Kijk: als we hier starten met veel overwinningen, dan zegt iedereen: nou, doe er nog maar wat bij, want dit is de Tour, het is de allerbelangrijkste koers van het jaar, daar moet het ook gebeuren. Nu wonnen we nog maar één keer, maar kunnen we in de grootste koers van het jaar nog veel rechtzetten met een zege. Ik bekijk het eerder op die manier.”

Team DSM mikt net zoals vorig jaar op ritwinst. “Ofwel in de sprint met mij ofwel met Søren Kragh Andersen, Tiesj Benoot of Mark Donovan in de andere etappes. We starten hier met een groep van vrijbuiters.” De ploeg boekte vorig jaar drie overwinningen in de Tour: twee met Kragh Andersen, één met Marc Hirschi. “Het was een ongelooflijk fijne Tour”, zegt Bol. “Natuurlijk wordt het moeilijk, wellicht onmogelijk om dat te evenaren. Een ritzege zou al geweldig zijn, dan is onze Tour geslaagd.”

Voor Bol moet het gebeuren in de sprint. Hij heeft een eigen ’treintje’, met Nils Eekhoff, Joris Nieuwenhuis en Casper Pedersen. “Daarna is het aan mij om het af te maken. Vorig jaar was ik er een paar keer dichtbij. Ik weet dat het mogelijk is, alles moet gewoon eens in de plooi vallen.”

Bol voelt zich weer goed, nadat hij eind mei ziek was geworden. Een virus hield hem toen negen dagen aan de kant. Bol maakte zijn rentree in de Ronde van België. “Daar liep het voor geen meter. Daarna kon ik wel opnieuw goed trainen en intussen voel ik me helemaal de oude. Of ik met hetzelfde niveau aan de start sta als vorig jaar? Misschien niet helemaal, ik denk dat ik misschien nog de eerste week zal nodig hebben om beter te worden. Vorig jaar was ik meteen bij de start topfit, nu zal ik nog een paar dagen extra nodig hebben.”

Het geloof in een goede afloop is alvast groot. “We hebben echt goed getraind voor deze Tour, goed samengewerkt met de ploeg in Andorra, een team gekneed en hopelijk loont dit in deze Tour.”