Atlete Hassan maakt pas in Tokio de keuze voor de afstanden

Foto: ANP

Atlete Sifan Hassan beslist pas in Tokio welke afstanden ze loopt op de Olympische Spelen. Ze mag uitkomen op de 1500, 5000 en 10.000 meter en op alle afstanden is ze topkandidaat voor goud.

“Ze heeft haar keuze nog altijd niet gemaakt en zelfs ik durf niet te zeggen wat het wordt”, zegt haar manager Sander Ogink. “Sifan volgt haar hart. Ik ga ervan uit dat ze twee afstanden loopt, maar als zij zich geweldig voelt en het zit in haar hoofd, dan zou ze ook zomaar voor alle drie de afstanden kunnen gaan. Maar dat zal ze ter plekke beslissen.”

Hassan (28) is niet met de Nederlandse olympische ploeg meegereisd naar het trainingskamp in het Japanse Chiba. De regerend wereldkampioene op 1500 en 10.000 meter is na de Diamond League in Monaco (10 juli) teruggevlogen naar haar Amerikaanse trainingsbasis in Park City. Daar bereidt ze zich voor op de Spelen. Komende zondag komt ze aan in Tokio. Haar eerste wedstrijd is op vrijdag 30 juli.

“In Park City kan ze beter trainen. Daar is het ook warm en kan ze haar duurlopen doen waar ze wil, terwijl ze in Japan niet buiten het stadion haar loopjes had kunnen doen. Voor haar is dit de beste aanpak”, zegt Ogink.

Niet eerder heeft een atleet zich gewaagd aan de combinatie van 1500, 5000 en 10.000 meter op één toernooi en het lijkt op voorhand ook een onwaarschijnlijke opdracht, maar Hassan zinspeelde er zelf al een beetje op eerder deze maand. “Ik had besloten om de 5000 en de 10.000 te doen, maar toen ik in Florence 3.53 liep in mijn eerste race, keerde de liefde voor de 1500 meter in mij terug”, zei ze op een persconferentie.

“Sifan is Sifan en ze doet het op haar manier”, zegt manager Ogink. “De 5000 en 10.000 meter zijn het makkelijkst te combineren in Tokio, maar ik denk dat zij in staat is ook de 1500 meter erbij te doen. Het is haar lievelingsafstand en het hangt er natuurlijk van af hoe fit en uitgerust ze is, maar Sifan kan zich heel goed afsluiten en ze zal in het atletendorp zeker niet de drukte opzoeken.’’

In het schema ziet Ogink twee knelpunten. “Op één dag moet ze de series van de 1500 meter lopen en de finale van de 5000 meter, maar de series van de 1500 meter kan ze in principe doorkomen zonder al te veel energie te verspillen. Lastiger is het met de finale van de 10.000 meter, die de avond na de finale van 1500 meter is. Dan moet ze hopen dat haar benen niet te veel verzuurd zijn.’’