Zoon roeilegende Florijn: bewijsdrang hield me in de boot

Foto: ANP

Finn Florijn was als beginnend roeier de kleinste en naar eigen zeggen ook de slechtste van iedereen. Toch bleef hij verbeten doorgaan in de sport. “Zelfs mijn vader heeft wel eens gedacht dat ik beter wat anders kon gaan doen. Maar er zat een grote bewijsdrang in mij. Niemand dacht dat ik het zou gaan redden, ik wilde laten zien dat het me ging lukken.”

En kijk eens hoever hij nu is gekomen. Als 21-jarige is Florijn de jongste roeier in de Nederlandse olympische equipe voor Tokio en komt ook nog eens uit in de skiff, de eenpersoonsboot, een van de zwaarste nummers. Zijn vader, niemand minder dan olympisch roeilegende Ronald Florijn, winnaar van goud in 1988 (in de dubbel twee met Nico Rienks) en 1996 (met de Holland Acht) kan trots zijn.

“Ik heb me nooit zo bezig gehouden met wat mijn vader heeft gedaan en het is niet zo dat ik denk; wat hij heeft gepresteerd, dat moet ik ook doen. Zelf zegt hij dat hij me voorzichtig in de richting van het roeien heeft geduwd, maar mijn moeder heeft eigenlijk het zetje gegeven”, zegt Florijn.

“Ik deed aan vechtsporten, dat vond ik leuk en ik wilde er goed in worden, maar ik kon maar twee keer per week terecht in de sportschool en dat vond ik te weinig. Toen heeft mijn moeder gezegd, waarom ga je niet roeien? Niet voor de wedstrijden, maar om sterker te worden. Mijn vader probeert zich er niet mee te bemoeien omdat hij bang is dat hij er emotioneel te veel bij betrokken raakt. Hij kijkt ook niet als ik roei en en ik vind het vreselijk als hij aan de kant staat. Ik kan het niet hebben als hij kijkt.”

Florijn was niet de eerste gegadigde voor de skiff. Stef Broenink bemachtigde op de WK van 2019 de plek voor Tokio, maar hij stapte over naar de dubbeltwee met Melvin Twellaar en doet in deze boot een gooi naar olympische roem. “De plek voor de skiff kwam zodoende vrij. In de trainingen en de momenten dat we hard moesten roeien, deed ik het zo goed dat ik in de skiff mag uitkomen. Het is niet per se mijn droomboot, maar het is wel een boot met uitdaging”, aldus Florijn.

Een skiffeur moet vooral mentaal sterk zijn, want het is een zwaar nummer, zegt de Leidenaar. “Een skiffeur roeit tijdens het toernooi de meeste races, dus er komt best veel op je bord. Ik hoop door te groeien en een van de snellere skiffeurs in de wereld te worden’’, zegt Florijn, die vrijdag al aan de beurt is op de olympische roeibaan van Sea Forest Waterway. Dan staan de heats op het programma. “Het zou mooi zijn als ik de finale haal, maar dat zal lastig worden. Ik ga er zonder al te hoge verwachtingen in, dan kan ik lekker voluit gaan zonder na te denken over dat ik een medaille moet halen. Ik ga vooral proberen mijn beste races te varen en zo hard mogelijk.”