Kanoslalomster Wegman zoekt ook op de Spelen uitdaging

Foto: ANP

Voor iemand die gewend is aan avonturen op wilde rivieren, zijn de Olympische Spelen niet zo spannend. Kanoslalomster Martina Wegman had op de ochtend van haar olympische debuut dan ook geen last van zenuwen.

“Bij het ontbijt voelde ik me totaal niet nerveus, ik dacht: dat komt straks wel als ik aan de start lig. Nou, niet dus. Maar toen ik begon aan mijn run, waren mijn armen ineens slap en heel anders dan normaal. Mijn hoofd voelde de stress dus niet, mijn lichaam wel”, zei Wegman aan de rand van de wildwaterbaan in het Kasai Canoe Slalom Centre van Tokio. “Die hele run liep het niet, ik kreeg mijn ritme niet te pakken. Gelukkig was de tijd wel goed genoeg om door te gaan. De tweede run kon ik daardoor wat relaxter varen.”

Wegman is een opvallend lid van TeamNL. Haar opvallende accent verraadt dat ze doorgaans weinig in Nederland is. De 32-jarige kanovaarster uit Schoorl woont vooral in Nieuw-Zeeland, al reisde ze de afgelopen jaren de hele wereld over. Wegman, die door haar vader al op jonge leeftijd in een kano werd gezet, bedwong de wildste rivieren op alle continenten. In haar voortdurende zoektocht naar uitdagingen werd het steeds extremer. Ze dook met haar kajak van watervallen van meer dan 20 meter af. De Instagram-pagina van Wegman staat vol met foto’s van al die avonturen op fraaie plekken.

In 2014 kwam Wegman in aanraking met de olympische discipline kanoslalom. Een nieuwe uitdaging was geboren. “De Olympische Spelen werden een heel groot doel. Eigenlijk vond ik het leuker om dat doel te bereiken dan om hier nu te staan. Het is nu mijn doel om ook echt bij de top te gaan horen. Dat pakt me meer dan één wedstrijd varen, zoals hier”, zei Wegman, die zich als twaalfde plaatste voor de halve finale van dinsdag. Dan moet ze in de top 10 eindigen om de finale te bereiken.

Wegman was na haar eerste optreden op de Spelen “niet ontevreden, maar ook niet helemaal tevreden”. Een medaille lijkt namelijk ver weg voor de ambitieuze kanoslalomster. “Toen ik me twee jaar geleden plaatste voor de Spelen, zei ik dat ik de finale wil halen en daarin dan een medaille wil pakken. Ik had het idee dat ik heel erg vooruit ben gegaan, maar de andere vrouwen zijn dat dus ook. Vandaag had ik alleen maar iets te verliezen: slechts drie vrouwen gingen niet door en ik zou heel teleurgesteld zijn als ik daar bij had gezeten. Nu heb ik niets meer te verliezen. Ik ga voor een plek in de finale, maar het zal heel zwaar worden.”