Handboogschutters missen finale en kunnen hooguit brons pakken

Foto: ANP

De Nederlandse handboogschutters kunnen hooguit brons pakken in de landenwedstrijd op de Olympische Spelen. Steve Wijler, Sjef van den Berg en Gijs Broeksma waren in de halve finales kansloos tegen Taiwan: 0-6 (53-56 52-54 55-59). Oranje gaat nu met Japan, dat via een shoot-off met 5-4 verloor van het favoriete Zuid-Korea, strijden om de bronzen medaille.

Wijler veroverde zaterdag met Gabriela Schloesser zilver in de gemengde landenwedstrijd. Dat betekende de eerste medaille van TeamNL op de Spelen van Tokio. Vervolgens pakten ook wielrenster Annemiek van Vleuten (wegwedstrijd) en zwemmer Arno Kamminga (100 meter schoolslag) zilver.

De handboogschutters hadden zich als nummer 2 van de voorronde rechtstreeks geplaatst voor de kwartfinales. Daarin kwamen ze tegen Groot-Brittannië met 3-1 achter te staan. Mede dankzij ’tienen’ van Van den Berg en Broeksma kwam het tot een beslissende, vierde set. Daarin schoten de Nederlanders vier van de zes pijlen in het midden van het bord (57-54), goed voor een overwinning van 5-3.

In de halve finale begonnen het trio nog wel aardig, met twee pijlen in de 10 in de eerste beurt van zes. Te veel pijlen vlogen daarna echter ook de 8 in, vermoedelijk mede vanwege de straffe wind op Yumenoshima Park. De Taiwanezen wisten beter om te gaan met de omstandigheden en zagen slechts één keer een pijl in de 8 belanden, verder raakten ze steeds de 9 en 10.