Persoonlijke tegenslagen gaven triatlete Klamer ongedacht kracht

Foto: ANP

Triatlete Rachel Klamer was dolgelukkig met haar vierde plaats in de olympische triatlon van Tokio. De 30-jarige Beuningse had een topklassering niet verwacht na anderhalf jaar beslommeringen in haar persoonlijke leven.

Het overlijden van haar moeder, de hartoperatie van haar echtgenoot en een hardnekkige hardloopblessure hadden haar ambities en vorm danig aangetast, maar de gedachten aan moeder en man gaven haar in de slotkilometers van het hardlopen de kracht om dieper te gaan dan ze zelf voor mogelijk hield.

“Toen ik over de finish kwam, was ik zo kapot dat ik niet eens meer iets kon zeggen. Ik kon ook niet meer op mijn benen staan”, vertelde Klamer na haar olympische race in het Odaiba Marine park, die werd afgewerkt in de stromende regen. “Ik ging mee met een van de snelste lopers omdat ik niet in mijn eentje wilde lopen. Op het laatste stuk wilde ik eigenlijk die vierde plaats aan haar geven, maar ik dacht kom op, dit is wel topsport. Met alles wat ik nog in me had, en dat was niet veel meer, heb ik die vierde plaats eruit gesleept. Ik ben er heel blij mee.”

Het waren haar derde Spelen. In Londen 2012 eindigde Klamer in de achterhoede, in Rio 2016 rolde er de tiende plaats uit. “Na Rio was mijn doel om in Tokio voor een medaille te gaan, maar de afgelopen anderhalf jaar kwamen de twijfels. Vanwege het overlijden van mijn moeder, de hartproblemen bij mijn man en dan mijn eigen fysieke sores ging ik steeds slechter presteren. Ik heb op momenten overwogen te stoppen. Er zijn belangrijkere dingen in het leven, dacht ik dan. Maar op andere momenten kwam de liefde voor de sport weer naar boven; ik vind het zo mooi om te doen.”

Klamer krabbelde er geleidelijk weer bovenop. “Je moet doorgaan en met mijn man gaat het weer goed. Hij is ook triatleet en hier aanwezig”, straalde ze bij de woorden over de Zuid-Afrikaanse triatleet Richard Murray. “Ik ben zo dankbaar dat hij hier kon zijn. Dat voelde echt als een luxe. Hij heeft me de laatste tijd ontzettend geholpen.”

De olympische race verliep boven verwachting, zei ze. “Het zwemmen ging relatief goed en ik kwam in de tweede groep bij het fietsen. Ik had meer willen doen, maar op kop rijden om het gat naar de leiders te verkleinen kon ik gewoon niet. Ik heb dat ook tegen Maya Kingma gezegd, die meezat in de groep en veel kopwerk verrichte. Ik voelde de vermoeidheid bij het lopen, maar ik was veel sterker dan ik zelf voor mogelijk hield. Ik ben niet iemand die snel zou zeggen dat ik kracht haal uit het verlies van mijn moeder, maar op het laatste stukje naar de finish dacht ik wel aan haar. Ze zou trots zijn geweest.”