Voor waterpolosters beginnen de Spelen nu pas echt

Foto: ANP

De Nederlandse waterpolosters hebben op de Olympische Spelen al vier wedstrijden gespeeld, maar dinsdag begint het toernooi pas echt voor ze. De ploeg van bondscoach Arno Havenga neemt het dan in de kwartfinales op tegen Hongarije, een land waar Oranje de laatste jaren vaak van verloor. Bij winst kan Oranje om de medailles gaan strijden, bij een nederlaag resteren twee wedstrijden om de vijfde tot en met achtste plaats. “Het gaat nu beginnen”, aldus Havenga.

Van de tien deelnemende landen aan het waterpolotoernooi zijn er acht door naar de kwartfinales. De vier groepsduels waren vooral bedoeld om tot een rangschikking te komen in de poule. Oranje eindigde als derde in groep A, hoewel het drie van de vier duels won, en moet het nu opnemen tegen de nummer 2 van groep B, Hongarije. Dat land wist topfavoriet Amerika te verslaan (10-9). De Hongaarse vrouwen speelden echter ook gelijk tegen Rusland en verloren van China, waardoor ze achter ‘Team USA’ als tweede eindigden.

“We dachten dat we tegen de Verenigde Staten zouden gaan spelen, maar het werd dus Hongarije”, aldus Simone van de Kraats, de 20-jarige Barneveldse die met negentien treffers topscorer van het toernooi is. “Het maakt niet uit wie we nu treffen. Of het nou Amerika, Hongarije, China of Rusland is; we gaan een finaledag tegemoet. We zullen op de top van ons kunnen moeten spelen, anders gaan we deze wedstrijd niet over de streep trekken. Het wordt ‘superclose’.”

Havenga onderschrijft dat. “We weten allemaal dat Amerika min of meer boven de rest uitsteekt. Maar ze hebben dit toernooi al een keer verloren en wij wonnen twee weken geleden in Chiba een oefenwedstrijd tegen ze. Dus ik kan niet zeggen dat we blij zijn dat we ze ontlopen. We hadden onszelf zeker niet kansloos geacht als we hen nu hadden getroffen. Hongarije is ook een superlastige tegenstander, we moeten vol aan de bak. Zij zullen ook de favoriet zijn, want ons ’track record’ tegen Hongarije is niet zo best.”

De waterpolosters verloren in maart een oefeninterland in Boedapest. Enkele weken daarvoor was Hongarije ook te sterk in de finale van het olympisch kwalificatietoernooi in Triëst, waar beide landen zich plaatsten voor Tokio. En op het EK van vorig jaar moest Oranje in de strijd om brons met 10-8 buigen voor Hongarije.

Het voorkomen van tegendoelpunten wordt volgens Havenga de grootste uitdaging. “We krijgen te veel makkelijke goals tegen. Met Hongarije treffen we nu een zeer aanvallend team, met twee heel goede midvoors en Rita Keszthelyi als echte leider van de ploeg.” Welke keepster de Hongaarsen van scoren af moet houden, Debby Willemsz of Joanne Koenders, weet de bondscoach nog niet. “Dat wordt een hersenkraker.”