Springen vanaf 10 meter geeft Van Duijn steeds weer een kick

Foto: ANP

Als schoonspringster Celine van Duijn met haar tenen op het randje van de 10-metertoren staat, voelt ze steeds weer een kick. De 28-jarige Amersfoortse duikt keer op keer met salto’s en schroeven vanaf de betonnen toren het water in. Een foutje leidt tot een klap op het water met veel impact op het lichaam en risico op blessures.

“Waarom ik dit doe? Voor die kick”, zegt Van Duijn nadat ze op de Olympische Spelen in Tokio de halve finale had bereikt van haar favoriete onderdeel. “Het is heel bijzonder om te voelen dat je met je lichaam zulke sprongen van zo’n hoogte kan maken.”

Donderdag gaat ze proberen de finale te halen, net als haar trainingsmaatje Inge Jansen afgelopen week op de 3-meterplank. “Het wordt weer een gevecht, sprong voor sprong. Stabiliteit is essentieel in onze sport. Als je één slechte sprong maakt, dan zak je weg in het klassement. Ik probeer altijd gelijkmatig te presteren en er dan ‘sneaky’ tussendoor te klimmen in het klassement.”

Van Duijn veroverde in 2018 de Europese titel op de 10-metertoren, een jaar later pakte ze zilver bij de EK. Ze kwalificeerde zich dat jaar ook voor de Olympische Spelen. Daarmee kwam een droom uit van Van Duijn, al was het aanvankelijk niet haar droom om als schoonspringster op de Spelen te staan. “Als klein meisje wilde ik als turnster naar de Spelen. Dat is niet gelukt, maar nu sta ik hier als schoonspringster.”

De Amersfoortse moest op 16-jarige leeftijd vanwege blessures stoppen met turnen. Ze besloot met haar atletische lichaam door te gaan in het schoonspringen. De 10-metertoren is haar favoriet. “Als je het dagelijks doet, is de enorme kick er wel een beetje van af. Maar wedstrijden springen vanaf 10 meter hoogte blijft heel gaaf. Als ik het een tijdje niet heb gedaan, dan voel ik ook weer die spanning als ik op het randje sta. Dan denk ik: waarom deed ik dit ook al weer?”

Nederland heeft met Van Duijn en Jansen twee schoonspringsters op de Spelen staan. Jansen haalde afgelopen week op de 3-meterplank als eerste Nederlandse sinds Daphne Jongejans in 1988 de olympische finale en werd daarin vijfde. “Geweldig dat Inge op hét belangrijkste moment heeft kunnen ‘shinen’ en heeft laten zien waar we zo hard voor hebben gewerkt. Dat geeft mij ook weer een boost.”

Samen met Jansen komt Van Duijn ook uit op het synchroonspringen vanaf de 3-meterplank, al wisten ze zich op dat onderdeel niet te kwalificeren voor de Spelen. “Inge zal het niet leuk vinden om te horen, maar voor mij is dat echt een ontspanningsonderdeel”, zegt Van Duijn lachend. “Op de 3-meterplank heb je veel meer balans nodig, het is ook echt heel moeilijk, maar mentaal vind ik het veel makkelijker dan de 10 meter.”