Jongejans geeft schoonspringsters ‘een 10’ op de Spelen

Foto: ANP

Bondscoach Edwin Jongejans van de Nederlandse schoonspringsters kijkt met voldoening terug op de Olympische Spelen. Zijn pupillen Inge Jansen (3-meterplank) en Celine van Duijn (10-metertoren) bereikten in Tokio de finale. “Ik ben supertevreden, het is hier ’10 uit 10′ gegaan”, zegt Jongejans, die zelf als schoonspringer in 1988 en 1992 op de Spelen stond.

De wereldkampioen van 1991 op de 1-meterplank keerde in 2017 terug in Nederland, nadat hij jaren in Groot-Brittannië had gewerkt. Onder zijn leiding pakte een Brits synchroonduo op de Spelen van Rio 2016 goud. Jongejans ging in Eindhoven aan de slag met Jansen en Van Duijn, twee ex-turnsters die zich hadden laten omscholen tot schoonspringsters. “Deze sport is een groot mentaal spel. Het gaat erom dat je de sprongen goed doet op het moment dat het moet. Het is een beetje als penalty’s nemen; wij nemen constant een penalty als we springen.”

Van Duijn (28) noemt Jongejans “een positieve en motiverende coach”. De Amersfoortse veroverde in 2018 de Europese titel vanaf de toren van 10 meter hoog en een jaar later pakte ze zilver bij de EK. “Ik ben vrij perfectionistisch en streng voor mezelf”, zegt Van Duijn. “Ik kan nog wel eens dingen van de negatieve kant bekijken. Dan denk ik: straks maak ik mezelf belachelijk. Edwin is dan iemand die zegt: focus je op wat je moet doen, ik weet dat je het kunt. Hij laat me inzien dat ik het wél goed doe, dat ik er wél mag zijn.”

In navolging van haar trainingsgenoot Jansen, die afgelopen week als eerste Nederlandse sinds Daphne Jongejans in 1988 de olympische finale haalde, wist ook Van Duijn zich bij de beste twaalf op de Spelen te scharen. Jansen eindigde knap als vijfde op de 3-meterplank, Van Duijn kwam na vijftien sprongen in amper 24 uur tijd vanaf de toren uit op de tiende plaats.

Jongejans heeft Jansen en Van Duijn nu op vakantie gestuurd. “Ik wil ze tot eind oktober niet zien. Ze moeten rust nemen en dan gaan we daarna met elkaar bespreken wat het volgende plan wordt. Het gaat erom of het vuur er dan van binnen nog zit. Ik hoop in ieder geval ze ook op de Spelen van Parijs 2024 te zien zijn.”

Hoewel Jongejans ook over zijn eigen toekomst wil nadenken, zit hij al vol plannen. “Ik heb het naar mijn zin en zie nog genoeg uitdagingen.” Zo wil Jongejans het land door om clubs te bezoeken, op zoek naar talent en jonge coaches. De 54-jarige bondscoach zoekt ook de samenwerking met gymnastiekunie KNGU. “Schoonspringen is nooit makkelijk, maar turners hebben wel de basis om deze sport goed te kunnen en om er iets van te maken. Dat zie je bij Inge en Celine. Wij kunnen wel wat met turners van 13, 14 jaar die in hun sport afvallen. Die willen wij wel overnemen. Daar heb ik met de KNGU al over gesproken.”