Teamsprinters voor vierde keer op rij wereldkampioen

Foto: ANP

De Nederlandse teamsprinters zijn op de wielerpiste van Roubaix voor de vierde keer op rij wereldkampioen geworden. Roy van den Berg, Harrie Lavreysen en Jeffrey Hoogland waren in de finale te sterk voor de Fransen: 41,979 tegen 42,550.

Nederland pakte afgelopen zomer ook de titel op de Olympische Spelen. Twee weken geleden heroverde de ploeg ook de Europese titel, nadat het vorig jaar de EK had overgeslagen. Voor Frankrijk, derde op de Spelen en tweede bij de EK, kwamen Florian Grengbo, Sebastien Vigier en Rayan Helal de baan op in het Vélodrome Jean Stablinski van Roubaix.

Zowel in de kwalificaties als in de eerste ronde was Nederland al het snelst geweest. Die tijden waren respectievelijk 42,690 en 42,301.

Voor de Nederlandse teamsprinters is het behalen van de wereldtitel inmiddels een vanzelfsprekendheid. Vanaf de WK van 2018 heerst de ploeg waarin Lavreysen en Hoogland vanaf het begin de vaste waarden waren en Van den Berg zich als starter in 2020 definitief in de ploeg reed. De ploeg bezit bovendien sinds de WK van Berlijn 2020 het wereldrecord: 41,225.

De ploeg reed destijds een tijd die acht jaar ervoor door de Duitsers op hoogte in Mexico was gereden uit de boeken. De verhoudingen veranderden in de coronaperiode niet en na anderhalf jaar zonder wedstrijd was de Oranje-equipe ook op de Spelen van Tokio oppermachtig.

Tegelijk is de basis smal. Achter Van den Berg, Lavreysen en Hoogland gaapt een gat. Met Matthijs Büchli, die na de Spelen pauze nam, heeft de ploeg één invalkracht van niveau. Sam Ligtlee, in Roubaix reserve, komt tekort om Hoogland als slotrenner te vervangen. De Nijverdaller rijdt zijn laatste ronde laag in de 12 seconden. “Sam blijft daar te ver boven, daarom start hij hier ook niet in de kwalificaties”, vertelde hoofdcoach Jan van Veen, die de niet fitte bondscoach Hugo Haak vervangt. Met Büchli werd eerder Hoogland in de kwalificaties meestal gespaard.

De eerste gouden medaille moet de komende dagen een vervolg krijgen al kreeg Nederland niet op alle onderdelen startrecht omdat wielerbond KNWU mede uit angst voor corona wedstrijden om de Nations Cup had gemeden. Deelname was formeel een voorwaarde om op de WK aan te mogen treden. Door de beperking moesten onder meer de teamsprintsters, ondanks hun Europese titel, het toernooi in Roubaix aan zich voorbij laten gaan. De mannen waren als titelverdedigers wel welkom.