De Nederlandse handbalsters hebben ook hun tweede wedstrijd op het wereldkampioenschap in Spanje overtuigend gewonnen. Bondscoach Monique Tijsterman zag haar team Oezbekistan in Torrevieja met 58-17 verslaan. Halverwege was de stand 28-10. Nederland, dat nog niet eerder met zo’n groot verschil een interland won, is nu zeker van een plaats in de hoofdronde.
Oranje was het WK vrijdag begonnen met een ruime zege (55-15) op Puerto Rico. Dinsdag volgt het afsluitende groepsduel met Zweden, dat ook geen moeite kende met Oezbekistan (46-15) en Puerto Rico (48-10). Nederland leidt in groep D met een wat beter doelsaldo.
Estavana Polman speelde tegen Oezbekistan haar 150e interland. Angela Malestein was nog niet van de partij. De ervaren hoekspeelster is weliswaar hersteld van corona en sloot zaterdag aan bij de ploeg in Torrevieja, maar Tijsterman had haar zondag nog niet nodig en daarom zat Malestein nog niet in de selectie.
Oranje verdedigt in Spanje de wereldtitel die het twee jaar geleden in Japan veroverde.
Debbie Bont en Larissa Nusser scoorden beiden zeven keer voor Oranje. Merel Freriks en Kelly Vollebregt waren zes keer trefzeker. De overige doelpunten kwamen op naam van Bo van Wetering, Kelly Dulfer (beiden vijf), Danick Snelder, Zoë Sprengers, Polman (allen vier), Laura van der Heijden, Lynn Knippenborg (beiden drie), Dione Housheer (twee), Loïs Abbingh en Inger Smits (beiden één).
“We moeten het goede er maar van inzien. Iedereen heeft kunnen spelen”, aldus Snelder bij Ziggo Sport. “Het is heel moeilijk om te zeggen waar we nu staan. Deze twee wedstrijden helpen niet echt in de voorbereiding naar Zweden. Maar hetzelfde geldt gelukkig voor Zweden. We wilden een beter doelsaldo hebben dan Zweden, dat is in ieder geval gelukt.”