De Nederlandse handbalsters, die hun wereldtitel verdedigden, zijn er op het WK niet in geslaagd de kwartfinales te bereiken. Oranje verloor in Spanje na een voortvarende start met 37-34 van Noorwegen en is daardoor uitgeschakeld. Door de nederlaag in Castellón werd Nederland derde in de groep, achter Noorwegen en Zweden.
Nederland nam in de eerste minuut meteen een 2-0-voorsprong na goede acties van Larissa Nusser. Het bleek de opmaat voor een sterk eerste kwartier, waarin Oranje continu een ruime voorsprong had. Nederland liep zelfs uit naar 12-6, tot ongenoegen van de Noorse bondscoach.
Noorwegen kwam na een time-out steeds beter in de wedstrijd en bij rust was de achterstand al ongedaan gemaakt: 17-17. De Noorse speelsters hadden in de eerste helft geen enkel moment de leiding.
In de tweede helft was Noorwegen duidelijk sterker en kon Nederland alleen maar achtervolgen. In de slotfase wist Oranje een aantal maal tot op één punt te komen, maar de gelijkmaker zat er niet in. In de slotfase raakte Inger Smits de lat en bij een uitbraak in de laatste minuut kwam ze ook niet tot scoren.
Dione Housheer nam negen doelpunten voor haar rekening, Danick Snelder tekende voor zes goals.
Op de Olympische Spelen in Tokio waren de Noorse speelsters ook al te sterk voor Nederland (29-27), net als op een voorbereidingstoernooi op het WK (36-21).
Oranje had aan een gelijkspel voldoende voor een plek bij de laatste acht. De ploeg van bondscoach Monique Tijsterman had een aanzienlijk beter doelsaldo dan Noorwegen, dat in de hoofdronde van het WK ook drie keer had gewonnen en een keer had gelijkgespeeld.
Twee jaar geleden werd Nederland in Japan wereldkampioen door Spanje in de finale te verslaan.
Noorwegen pakte de wereldtitel in 2015 voor het laatst. In 2019 werden de Scandinavische vrouwen vierde.