Schaatsbond: we handelden zorgvuldig met aanwijsplekken Spelen

Foto: ANP

De selectiecommissie van schaatsbond KNSB vindt dat zij zorgvuldig te werk is gegaan in het aanwijzen van schaatsers voor de olympische schaatsploeg. Volgens technisch directeur Remy de Wit is er volgens de vooraf afgesproken procedure gehandeld, legde hij uit nadat Patrick Roest deze week zijn onvrede had geuit over de gang van zaken.

De selectiecommissie wees afgelopen zondag Marcel Bosker aan voor de derde startplaats op de 1500 meter, zodat hij ook kan worden ingezet op de ploegachtervolging. Dit kostte de nummer 3 van het het olympisch kwalificatietoernooi, Tijmen Snel, zijn plek. Roest had gehoopt dat hij als nummer 4 van het OKT in aanmerking zou komen voor de startplek op die afstand en dat Marcel Bosker zou worden aangewezen voor de massastart.

Het aanwijzen van Bosker voor de eerste plek op de massastart zou volgens technisch directeur De Wit echter een “trucje” zijn geweest om zo de vooraf bepaalde procedure te omzeilen. “We hebben met elkaar afgesproken dat we dat niet doen.” Bondscoach Jan Coopmans had de technisch directeur vooraf aan het OKT twee namen voor de eerste plekken op de massastart doorgegeven en dat waren Jorrit Bergsma en Irene Schouten.

Niet alleen was Roest teleurgesteld dat hij die plek op de 1500 meter niet kreeg. Hij was ook boos dat hij er niet door de technisch directeur over was ingelicht voordat de gehele selectie bekend was gemaakt. Volgens de bond was Roest echter geen rijder waarbij een verandering plaatsvond en was hij daarom niet eerder gebeld.

“Als een rijder met de status van Patrick zo’n signaal geeft dat hij baalt van de communicatie, nemen wij dat serieus”, zei De Wit. “Daarom heb ik hem daarna ook gebeld. Ik heb hem geprobeerd uit te leggen dat wij hebben gehandeld volgens de regels die we vooraf met elkaar en met de coaches hebben afgesproken.”