Handballers verslaan gastland Hongarije in openingsduel EK

Foto: ANP

De Nederlandse handballers zijn voortvarend begonnen aan het Europees kampioenschap. De ploeg van bondscoach Erlingur Richardsson verraste met een overwinning op Hongarije in de officiële openingswedstrijd. Oranje won met 31-28 van de veel hoger aangeslagen thuisploeg. Spelmaker Luc Steins en Kay Smits waren de uitblinkers. Smits scoorde liefst elf keer.

De zege betekent een grote stap naar de tweede ronde. Nederland speelt in de groepsfase nog tegen IJsland en Portugal. De eerste twee uit de poule stromen door naar de hoofdronde. Het Nederlands team doet pas voor de tweede keer mee aan het EK

Er zaten dik 20.000 Hongaren op de tribunes, maar Oranje liet zich niet van de wijs brengen. Integendeel; de ploeg van Richardsson nam vanaf het eerste fluitsignaal brutaal het initiatief en stond na 10 minuten met 6-3 voor. De thuisploeg had zichtbaar moeite met het vlotte en frivole spel van de Nederlanders, die na 20 minuten met 10-5 leidden en met een voorsprong van 13-10 de rust ingingen.

De Hongaren kwamen getergd uit de kleedkamer en probeerden in de tweede helft snel het verschil goed te maken, maar Nederland bleef oplettend spelen en slaagde erin de kleine voorsprong heel lang vast te houden. Dat was mede te danken aan de sterk keepende Bart Ravensbergen en de onstuitbare Smits, die maar doelpunten bleef maken. Hoekspeler Rutger ten Velde liep halverwege de tweede helft tegen een rode kaart op, maar die tegenvaller bracht Oranje niet uit het evenwicht.

De slotfase was niettemin spannend. De thuisploeg kwam vlak voor tijd voor eerst op gelijke hoogte en hoopte de fanatieke fans alsnog te bekoren met de zege, maar de Nederlandse ploeg bleef onverstoorbaar. Het pareerde de aanvallen van Hongarije en liep in de laatste minuten dankzij scores van Jeffrey Boomhouwer, Samir Benghanem en Dani Baijens zelfs weer uit naar drie goals verschil.

De voorbereiding van Oranje op de eindronde verliep niet geheel vlekkeloos. Ephrahim Jerry en Florent Bourget vielen weg vanwege coronabesmettingen en een laatste oefenwedstrijd tegen Zweden werd afgeblazen. Niettemin reisde de manschappen van Richardsson vol vertrouwen af naar Boedapest. Het Nederlands team is weliswaar nog geen hoogvlieger in Europa, maar de ploeg ontwikkelt zich sterk en de knappe overwinning op Hongarije – het was de eerste zege op dit land na negentien nederlagen en één gelijkspel – was een bewijs van de vooruitgang.