De Vries heeft een toekomst in Formule 1 ‘niet in eigen hand’

Foto: ANP

Nyck de Vries was stiknerveus voor zijn eerste vrije training in de Formule 1, maar na afloop van een uur racen stapte hij met een goed gevoel uit de auto van Williams. “Het was niet makkelijk, ik kende de auto helemaal niet, maar ik denk wel dat ik fatsoenlijk werk heb geleverd”, vertelde de 27-jarige coureur na zijn optreden aan de verzamelde media op Circuit van Catalunya nabij Barcelona.

Hij wilde vooral genieten van het moment en beschouwde zijn debuut in de koningsklasse als een unieke ervaring, maar verbond er geen grote conclusies aan. “Ik heb nog nooit zoveel voorbereiding gedaan voor een uurtje trainen, maar dit was een kans om te laten zien wat ik waard ben. Wat de toekomst brengt weet ik niet. Iedere coureur wil de Formule 1 in, maar het ligt gewoon niet in mijn handen”, zei De Vries, die regerend wereldkampioen is in de elektrische raceklasse Formule E en de officiële reserve is bij het team van Mercedes.

“Mijn vader stuurde me gisteravond ineens iets van twintig foto’s, waarop te zien is wat ik de afgelopen dagen had gedaan. Ik snapte er niets van, totdat hij ineens hier voor mijn neus stond. Hij was vanuit mijn studio in Monaco in mijn auto hiernaartoe gereden en ik wist van niks. Ook mijn moeder is gekomen en dat geeft wel aan dat het toch een moment in mijn carrière is waar we als familie al die jaren naar hebben toegewerkt. Ik ben natuurlijk nog geen Formule 1-coureur, maar het was bijzonder om er vandaag toch bij te horen.”

Hij was gespannen en voelde zeker ook de druk om het goed te doen, maar eenmaal in de Williams viel alles van hem af. “Vanaf het moment dat ik het vizier van mijn helm naar beneden klapte en de motor startte, vergat ik alles om me heen”, zei de Fries, die vervolgens bijna foutloos 28 ronden reed en ook nog eens sneller was dan vaste Williams-rijder Nicholas Latifi.

“Dat was vooraf zeker niet mijn doel en het is ook niet relevant, maar natuurlijk wel leuk dat het gebeurt. Ik ga graag uit van mijn eigen capaciteiten. Het verraste me dat ik relatief snel de auto onder controle had, dat ik het fysiek aankon en dat ik na afloop het gevoel had dat er meer in had gezeten.”