Voor Van der Poel is kasseienrit eerste grote doel in Tour

Foto: ANP

reed de afgelopen dagen in de Tour de France zeker voor zijn doen in de luwte. Woensdag moet dat anders zijn in de vijfde etappe, die over Noord-Franse kasseistroken voert naar Arenberg. De kopman van Alpecin-Deceuninck is er klaar voor, zei hij dinsdag na de ritzege van zijn eeuwige rivaal Wout van Aert.

Van der Poel opende de Tour de France met een vijfde plaats in de tijdrit in Kopenhagen. Daarna koerste hij vooral achterin het peloton en deed hij in de finale zijn werk voor ploeggenoot Jasper Philipsen. “Ik had de afgelopen dagen het gevoel dat ik er nog een beetje in moest komen. Gelukkig ging het er in Denemarken twee dagen vrij rustig aan toe. Dat heeft me wel geholpen. Ik reed vooral achterin om uit de problemen te blijven. In het midden van het peloton heb je toch altijd meer kans dat er iets gebeurt.”

Misschien, denkt Van der Poel, heeft hij wel baat bij die rustige aanloop. “Zo langzamerhand hoop ik over mijn ’topbenen’ te kunnen beschikken. In de sprint heb ik Jasper geholpen en reed ik niet voor eigen gewin. Mijn eerste grote doel komt nu.”

Van der Poel finishte als derde in Parijs-Roubaix bij zijn debuut in 2021 en eindigde dit jaar als negende. Woensdag wachten er in totaal 19 kilometer kasseien. “Ik besef dat het maar een miniversie is van Parijs-Roubaix en dat de vergelijking niet helemaal opgaat. Maar net zoals in de Hel (de bijnaam van de voorjaarsklassieker) zal de aanloop naar die kasseistroken bijzonder nerveus verlopen. Het is daar nerveuzer dan op de kasseien zelf. Het is zaak om goed gepositioneerd te zitten en van pech gespaard te blijven. Dat is opdracht één. Als dat lukt, kun je al ver komen.”

Anders dan in de voorjaarsklassiekers staan nu ook klassementsrenners aan de start. “Dat zal het nog nerveuzer maken”, weet de Nederlander. “Ook zij willen vooral vooraan zitten en geen tijd verliezen. Wij hebben in onze ploeg geen klassementsrenner, dus hoeven we ons daarover niet druk te maken. Maar de stress zal er hoe dan ook zijn in het peloton. Het wordt nerveus koersen, maar ik kijk ernaar uit.”