Roeier Twellaar meldt zich ook alleen aan wereldtop

Foto: ANP

Na het zilver in de dubbeltwee op de Olympische Spelen van Tokio heeft roeier Melvin Twellaar zich in zijn nieuwe discipline al snel bij de wereldtop gemeld. De 25-jarige geboren Groninger veroverde in augustus Europees goud in de skiff, een eenmansboot. Het was een overstap die hij zelf ambieerde en die de goedkeuring kreeg van de bondscoach. “Je kunt iets willen, maar dan moet je eerst wel laten zien dat je het gewenste niveau hebt”, vertelt Twellaar kort voor afreizen naar het Tsjechische Racice waar voor hem zondag al de wereldkampioenschappen beginnen.

Twellaar overtuigde, was dit jaar al goed voor goud en zilver in wereldbekerwedstrijden en liet in de EK-finale zowel de olympisch kampioen (de Griek Stefanos Ntouskos) als regerend wereldkampioen Oliver Zeidler uit Duitsland achter zich. Het zijn concurrenten die hij de komende week weer zal treffen. “De top in de skiff is redelijk Europees.”

Sinds 2019 zat hij in een boot met Stef Broenink. Het duo plaatste zich voor de Spelen die, met een jaar uitstel vanwege corona, vorig jaar het zilver opleverden. Het tweetal raakte goed bevriend, maar toch volgde de keuze voor de eenzaamheid van de skiff. Al valt dat ook wel weer mee. “We zien elkaar nog elke dag. Met de roeiselectie vormen we sowieso een hecht team.”

Meteen na de EK, half augustus, vertrokken de Oranje-deelnemers naar Oostenrijk voor een hoogtestage. “We sliepen op 2100 meter hoogte en daalden elke dag af om te trainen. Met als doel uiteraard om echt goed te zijn op de WK.” Woensdag werd er voor het laatst op de Bosbaan in Amsterdam getraind, donderdag volgde de reis naar Racice waar na series en halve finales in het weekeinde van 24 en 25 september om de wereldtitels wordt geroeid. Traditiegetrouw moeten de skiffeurs het vaakst het water op. “Als het goed gaat, vier keer inclusief de finale, maar het kunnen ook vijf races worden. Bij de grotere boten zijn er minder inschrijvingen en hoeft er minder te worden gevaren.”

Op de EK was Twellaar zich al bewust van zijn mogelijkheden. “Ik was bij de eerste wereldbeker nog verslagen door Zeidler, maar het verschil was klein en ik maakte een paar foutjes.” Ook op de EK moest de student pedagogiek aan de Hogeschool van Amsterdam de Duitser in de halve finales nog voorlaten. Het was weer een les. “Daar probeerde ik een paar keer te versnellen, maar niet voluit. Dat kostte te veel energie. Ik heb een goede sprint. In de finale heb ik daar op durven vertrouwen.”