Rintje Ritsma is door de KNSB aangesteld als nieuwe bondscoach van de Nederlandse schaatsteams. De oud-schaatser wordt verantwoordelijk voor de teamonderdelen (ploegachtervolging en massastart).
Ritsma is de opvolger van Jan Coopmans, die na de Olympische Spelen van Beijing moest vertrekken. Nederland stelde op de teamonderdelen teleur in China. Ritsma gaat nauw samenwerken met Remy de Wit, technisch directeur van de schaatsbond.
De Wit is blij een grote naam als Ritsma binnen te hebben kunnen halen. “Hij heeft overwicht, kan verbinden en als het nodig is ook met de vuist op tafel slaan”, zei hij. “In de gesprekken met de schaatsers en coaches kwam ook duidelijk naar voren dat er behoefte was aan ‘commitment’. Afspraak is vanaf nu afspraak. Als er een gezamenlijke training op het programma staat, dan zorg je ook dat je er bent. Verzaak je daar in, dan raak je bij ons uit beeld. En dat geldt ook voor een plek in het team bij de Olympische Spelen.”
Ritsma heeft als coach nog weinig ervaring. De voorbije jaren analyseerde hij de schaatswedstrijden voor de NOS. Met die werkzaamheden stopt hij. “Wat voor coach ik ben? Ik ben helder en eerlijk. Als ik keek naar hoe het bij de Spelen ging met de Nederlandse teams, zou ik sceptisch zijn. Maar Remy heeft die twijfel in het eerste gesprek al weg kunnen nemen.”
De KNSB sprak met meerdere trainers. Het duurde vrij lang tot er een akkoord was. Het nieuwe seizoen begint al bijna. “We hebben er echt voor gekozen om de tijd te nemen. We hadden iemand nodig die echt een kopstuk is en waar schaatsers en coaches naar willen luisteren. Dan vallen ook al veel trainers af. Als beste resultaat kwamen we uiteindelijk bij Rintje uit”, aldus De Wit.
De aanloop naar de Spelen van Beijing verliep rommelig. Veel schaatsers gaven de voorkeur aan hun individuele programma in plaats van de ploegachtervolging. De mannen belandden naast het podium, de Nederlandse vrouwen kwamen niet verder dan brons. Bij de Spelen van 2014 in Sotsji won Oranje, onder leiding van Arie Koops, wel twee keer goud. Dat is, voor de Spelen van 2026, nu weer het doel. “Maar we gaan het op onze eigen manier doen”, aldus Ritsma.