João Almeida was al vaak dichtbij een ritzege in de Giro d'Italia. Vier keer was de 24-jarige Portugees de afgelopen jaren al tweede geweest. Op de top van de Monte Bondone, aan het einde van de zestiende etappe, was het dan eindelijk prijs. "Ik ben superblij, ik was er al zo vaak dichtbij. Dit is een droom die uitkomt", zei de renner van UAE Team Emirates na zijn eerste ritwinst in een grote ronde.
Almeida won de sprint om de dagzege van Geraint Thomas, de Brit die na afloop de roze leiderstrui mocht aantrekken. Almeida is nu zijn naaste belager in het klassement en was al in het bezit van de witte jongerentrui. "Natuurlijk wil ik meer. Als ik kan aanvallen zal ik dat zeker doen", keek hij al vooruit naar de bergritten die nog komen, te beginnen donderdag. "Mijn ploeg was weer geweldig. Het was de zwaarste rit tot nu toe. Ik heb op de slotklim het risico genomen door vroeg aan te vallen. Maar als je het niet probeert win je ook niet."
Thomas had graag de rit gewonnen, maar de Tourwinnaar van 2019 was ook met het klassement bezig toen hij met Almeida concurrent Primoz Roglic op achterstand had gezet. "Ritwinst was mooi geweest, maar ik moest ook realistisch zijn. Met Primoz kort achter ons konden we geen spelletjes spelen en moesten we doorrijden. Het is mooi om het roze weer te dragen en wat tijdwinst te hebben geboekt."
Thomas, die het klassement leidt met 18 seconden voorsprong op Almeida en 29 op Roglic, raakte met de Fransman Pavel Sivakov opnieuw een ploeggenoot kwijt. Met de Nederlander Thymen Arensman (9e in het klassement) en de Belg Laurens De Plus (10e) heeft hij nog wel twee sterke ploeggenoten achter de hand.