Femke Bol heeft bij haar eerste optreden op de Olympische Spelen meteen indruk gemaakt. De 21-jarige Amersfoortse atlete won overtuigend haar serie op de 400 meter horden in 54,43 en plaatste zich voor de halve finales op maandag.
Bol heeft met grote passen de wereldtop bestormd. Ze verbeterde dit seizoen rond de tien keer het Nederlands record op de 400 meter en de 400 meter horden. Haar meest imposante prestatie is de recordtijd van 52,37 die ze begin juli op de 400 horden liep in de Diamond League van Stockholm.
Slechts één atlete was sneller dit seizoen. De Amerikaanse Sydney McLaughlin dook als eerste vrouw ooit onder de 52 seconden en scherpte het wereldrecord aan tot 51,90, maar Bol geldt vanwege haar tijd en positie op de wereldranglijst wel degelijk als een kandidate voor een medaille in Tokio.
Haar grote concurrente McLaughlin won ook haar heat, maar was met 54,65 iets langzamer dan Bol, die tot de achtste horde voluit ging en toen al zo ver op kop lag, dat ze het laatste stuk naar de finish rustig kon uitlopen.
Bol is in Tokio ook een belangrijke schakel in de estafetteploegen. Ze kan in Tokio worden ingezet als troef bij zowel de 4x400 meter als het nieuwe olympische onderdeel 4x400 meter gemengd. Het Nederlands team loopt zaterdagavond de finale van dit nieuwe olympische onderdeel.
De Amersfoortse brak vorig jaar door op de 400 meter horden en won in de vorige coronazomer alle races waar ze aan de start kwam. Ook dit jaar is ze nog ongeslagen. Dit voorjaar zegevierde ze indoor op alle wedstrijden over 400 meter die ze liep en bekroonde die succesreeks met de Europese titel in Torun in 50,63.