Atlético Madrid heeft zaterdag op eigen veld punten laten liggen tegen Getafe. De nummer 4 van La Liga kwam niet verder dan 1-1 tegen de laag geklasseerde ploeg uit de gelijknamige voorstad van Madrid. Getafe had de voorgaande vier competitieduels verloren. Ook de in de slotfase ingevallen Memphis Depay kon Atlético niet aan de winst helpen.
De ploeg van trainer Diego Simeone had geluk dat Villarreal, de naaste belager in de strijd om een Champions League-ticket, verloor bij hekkensluiter Elche.
Atlético speelde niet goed, maar kreeg wel kansen, via Ángel Correa en Álvaro Morata met name. Getafe kwam amper in de buurt van doelman Jan Oblak. Na een uur opende Correa de score. Het doelpunt werd aanvankelijk afgekeurd wegens buitenspel. Simeone haalde, terwijl de VAR de situatie terugkeek, de aanvaller naar de kant. Correa werd op de bank alsnog middelpunt van de feestvreugde nadat het doelpunt alsnog was goedgekeurd.
Na hands van Saúl mocht Enes Ünal (ex-NAC, ex-FC Twente) vanaf de strafschopstip raak schieten: 1-1. Depay kwam er nog in, maar de Oranje-international onderscheidde zich slechts door het krijgen van een gele kaart.