De Nederlandse atletiekploeg heeft met vier medailles op de WK in Eugene de recordoogst van de WK van 2017 in Londen geëvenaard. De ploeg haalde in stadion Hayward Field drie zilveren plakken (estafetteteam 4x400 meter gemengd, Anouk Vetter op zevenkamp, Femke Bol op 400 meter horden) en een bronzen (Jessica Schilder met kogelstoten).
Het ontbreken van goud had grote gevolgen voor de stand in de medaillespiegel. Nederland bezet slechts de 30e plaats. Talrijke landen met één gouden medaille staan boven Oranje omdat goud nu eenmaal zwaarder telt.
Gastland Amerika behaalde een recordaantal van 33 medailles: dertien gouden, negen zilveren en elf bronzen. Er zaten drie 'medal sweeps' bij. Zowel op 100 meter, 200 meter als kogelstoten bij de mannen was het podium volledig Amerikaans. Ethiopië eindigde als tweede met vier keer goud, vier keer zilver en twee keer brons. Jamaica werd derde met twee gouden, zeven zilveren en een bronzen medaille.
In Londen 2017 haalde Dafne Schippers goud op de 200 meter en brons op de 100 meter. Sifan Hassan scoorde daar brons op de 5000 meter en Vetter brons op de zevenkamp. Op de WK van 2019 in Doha won alleen Hassan twee gouden medailles (1500 en 10.000 meter). De Olympische Spelen van 2021 in Tokio staan te boek als het beste toernooi ooit voor de Nederlandse atletiek met acht medailles.