De WK baanwielrennen in eigen land leverden Nederland een ongekende reeks successen op. Met vijf gouden, vijf zilveren en twee bronzen plakken hield de selectie van de bondscoaches Bill Huck (sprint) en Peter Schep (duur) de toplanden Duitsland, Groot-Brittannië en Australië achter zich.
Op zondag zorgden Kirsten Wild (puntenkoers) en Jeffrey Hoogland (km tijdrit) op niet-olympische nummers voor het vierde en vijfde goud. Good-old Theo Bos pakte het brons achter Hoogland. Tot nu toe was de WK van Manchester 2008 het succesvolste mondiale toernooi voor de Oranje-equipe. Onder toenmalig bondscoach Peter Pieters werden er acht medailles veroverd: drie gouden, drie zilveren en twee bronzen. Het was het toernooi van de Britten die op hun thuisbaan liefst negen keer het goud pakten. Het was ook het toernooi waar de boegbeelden Bos en Willy Kanis faalden en twee van de drie gouden medailles op niet-olympische onderdelen werden veroverd.
In Apeldoorn had Huck vooraf de olympische teamsprint als hoofddoel gesteld. Op de openingsavond pakten de mannen het goud, de vrouwen zilver. ,,De mannen had ik verwacht, de vrouwen stegen boven zichzelf uit'', keek de Duitser terug op voor hem het hoogtepunt van het toernooi. Huck nam de sprintploeg vorig jaar over van zijn landgenoot René Wolff die het gekrompen budget niet toereikend vond. Zijn naam viel nog vaak, veel renners beschouwen Wolff als de basis van hun succes.
Wild was de grootverdiener met drie keer goud en een keer zilver. Het goud op het omnium sprong eruit vanwege het olympisch perspectief. Al weet de 35-jarige Zwolse nog niet of ze Tokio 2020 haalt. ,,Na Londen 2012 dacht ik al aan stoppen.''