Harrie Lavreysen pakte donderdag bij de WK baanwielrennen voor het tweede jaar op rij het goud op het sprintonderdeel keirin. De baancoureur uit Luyksgestel hield in een sprint van zes renners zijn landgenoot Jeffrey Hoogland achter zich. De derde plaats was voor de Rus Michail Jakovlev.
Op de keirin rijden zes renners eerst drie ronden achter een derny. Wanneer die de baan verlaten heeft, volgen nog drie ronden. Lavreysen is de eerste Nederlander die de wereldtitel op de keirin voor de tweede keer heeft veroverd. Eerder waren Teun Mulder (2005), Theo Bos (2006) en Matthijs Büchli (2019) de beste op het spectaculaire sprintnummer.
De overmacht van de Nederlandse sprinters moet de concurrentie in Roubaix opnieuw hebben ontmoedigd. "Je rijdt met zessen in de baan maar soms lijkt het wel één-tegen-één", verwoordde Lavreysen het vertoonde machtsvertoon.
Hoogland had de eerste positie achter de derny geloot, maar zag Lavreysen vanuit vierde positie al op 2,5 ronden voor het einde voorbij denderen. "Ik wist dat hij snel zou komen", vertelde de Nijverdaller, die twee weken geleden in het Zwitserse Grenchen nog de Europese titel had opgeëist in een door Lavreysen verkeerd opgebouwde race. "Dat zou Harrie niet nog eens overkomen. Toen hij me als enige passeerde, heb ik achter hem weer de controle gepakt. Ik kwam nog dichtbij, maar het was niet genoeg." Hoogland vond ook niet dat hij verloren had. "Ik denk dat ik niets verkeerd heb gedaan."
Maar Lavreysen was te gretig na zijn enigszins mislukte olympische finale (brons) en het missen van de Europese titel. "Natuurlijk baalde ik daarvan, omdat ik me in die races wel goed voelde. Maar vandaag was ik supergoed en zo gebrand om te winnen dat ik sowieso meteen in de aanval was gegaan, vanuit welke positie dan ook."
Samen met Roy van den Berg waren Lavreysen en Hoogland woensdag al goed voor goud op de teamsprint.