De Nederlandse handballers hebben de beladen EK-kwalificatiewedstrijd tegen Turkije nipt gewonnen met 27-26. De ploeg van bondscoach Erlingur Richardsson werd in de lege topsporthal van Almere in de eerste helft zoekgespeeld, maar toonde na rust een enorme veerkracht. Vooral dankzij de broers Kay en Jorn Smits boog Oranje een grote achterstand om in een zwaarbevochten zege.
De handbalmannen speelden hun eerste interland na het EK afgelopen januari, waarin Oranje zijn debuut maakte op een eindronde. Het was een lastig weerzien vanwege de coronamaatregelen. Door het lange wachten op de uitslagen van de verplichte coronatests was er amper tijd om de trainen. Bondscoach Richardsson vond het doorgaan van de wedstrijd in de tweede besmettingsgolf zelfs onverantwoord, maar de Europese federatie wilde het duel toch laten doorgaan.
Kay Smits was de onbetwiste uitblinker bij het Nederlands team. Hij scoorde tien keer en de laatste was de belangrijkste, want zijn treffer in de laatste seconden van de wedstrijd bezorgde Oranje de zege en daarmee de eerste 2 punten in de kwalificatie voor het EK van 2022.
"We begonnen wat stijfjes aan de wedstrijd, maar dat is niet zo gek met zo'n beroerde voorbereiding", zei Jorn Smits na afloop van het duel. Hij was aanvankelijk niet eens opgeroepen voor de interland, maar kwam alsnog bij de ploeg door het wegvallen van de geblesseerde spelmaker Luc Steins. Hij stelde niet teleur met zes treffers. Vooral zijn goals in het begin van de tweede helft zetten de kentering in bij het Nederlands team. De achterstand van 14-10 bij rust veranderde binnen 10 minuten in een voorsprong van 18-17.
Turkije bleek een taaie tegenstander en richtte zich weer op. Tot het einde van de wedstrijd bleef de score praktisch gelijk oplopen. Kay Smits besliste het duel met nog minder dan 10 seconden op de klok. Hij pikte bij een vrije worp de bal op en mikte met een lepe worp langs de Turkse goalie. "Een lelijke goal, maar dat is niet erg als het de winnende is", zei de topscorer.