Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen waren niet geschrokken toen ze in de achtste finales werden gekoppeld aan Anders Mol en Christian Sørum. De Noren gelden als belangrijke gegadigde voor de olympische titel.
"Ik vond het juist mooi, omdat je weet dat het zo'n goed team is. Het was een mooie uitdaging om daar van te winnen op dit podium. Ik heb het helemaal niet als angst ervaren", zei Meeuwsen na de 21-17 21-19-nederlaag.
"Om hier te winnen, moesten we sowieso top spelen. Of je die jongens nou nu treft of later, je weet dat je dit soort teams een keer tegen gaat komen."
Het Nederlandse duo, goed voor olympisch brons op de Spelen van 2016, bleef goed bij maar wist de Scandinaviërs geen moment echt in verlegenheid te brengen. "We hebben echt geknokt voor wat we waard zijn, hebben alles gegeven en volle bak gespeeld", zei Brouwer. "Onze coach vraagt vaak wat we anders hadden gegaan als we de wedstrijd opnieuw hadden mogen spelen. Maar dat vind ik lastig nu. We pakten gewoon te weinig punten weg op hun service en de blocks van Mol zijn zo goed. Misschien hadden we Sørum meer moeten opzoeken."
Brouwer en Meeuwsen vormen al jarenlang een vast koppel. Of ze er over drie jaar op de Spelen van Parijs ook nog bij zijn, weten ze nog niet. "Maar op dit moment hebben we niet de intentie om ermee te stoppen", aldus Meeuwsen. "Maar op dit moment ben ik daar totaal niet mee bezig. Het liefst pak ik nu de koffer en zit ik over een half uur in een vliegtuig. Ik heb hier niks meer te zoeken."