Sportkoepel NOC*NSF spreekt voor de Olympische Spelen in Parijs geen verwachting uit over het aantal medailles dat de Nederlandse ploeg moet halen. "Voor ons telt dat we optimaal voorbereid aan de start willen komen en voor het hoogst haalbare gaan. De ambitie om bij de beste tien landen van de wereld te horen blijft onverkort overeind", zegt topsportdirecteur André Cats honderd dagen voor aanvang van de Spelen.
Cats heeft wel veelzeggende cijfers paraat die hij als leidraad ziet. "Op de Spelen van Tokio hadden we 188 onderdelen waarop we een medaille konden halen en in 19 procent van de gevallen is dat gelukt. Dat waren dus 36 medailles. In bijna de helft van die 188 'starts', 46 procent, eindigden we in de top acht. Daar scoorden we heel goed mee ten opzichte van andere landen", weet Cats. In Tokio eindigde Nederland als zevende in het medailleklassement. Dat was de hoogste klassering ooit.
"Ik denk dat onze uitgangspositie voor Parijs goed is en dat onze sporters er alles aan gaan doen om te excelleren. Maar ik kijk niet naar prognoses over de medaille-opbrengst. Staren naar ranglijsten helpt niet. Ik gebruik twee woorden als ik aan de Spelen denk: vertrouwen en nieuwsgierig."
De omvang van de ploeg wordt wel steeds duidelijker. "We koersen af op 280 atleten en dat zijn er ongeveer evenveel als op de Spelen in Tokio (2021). Het is nog even afwachten of de volleybalteams erbij komen en ook de 3x3-basketbalteams zijn nog niet geplaatst", aldus Cats.
De helft van de Nederlandse sporters neemt tijdens de Spelen in Parijs zijn intrek in het olympisch dorp, dat aan de rivier de Seine in Saint-Denis verrijst. "De andere helft verblijft in hotels buiten het dorp. Die spreiding is groter dan bij vorige Spelen en een bewuste keuze", zegt Cats. "We geven een stukje van onze rechten in het dorp op ten behoeve van een goed hotel in de buurt van de sportaccommodaties."