De Kruijf heeft plek bij Oranje weer gevonden

29 jul 2019, 15:04 Sport
de kruijf heeft plek bij oranje weer gevonden
ANP
Na ruim anderhalf jaar afwezigheid keerde Robin de Kruijf half juni terug bij de nationale volleybalselectie. Rustiger dan de ervaren middenspeelster normaal binnenkomt. "Ik kan nogal luid zijn, ook qua mening, maar ik moest even mijn plekje terugvinden", vertelt ze een dag voordat ze met Oranje naar Catania afreist. Op Sicilië ligt komend weekeinde de eerste kans op plaatsing voor de Olympische Spelen.
De Kruijf (28) is al sinds 2008 international. "Geen idee hoeveel interlands ik achter mijn naam heb. Het was ook best gek om er een jaar uit te zijn." In maart 2018 werd ze geopereerd aan haar linkerknie waarvan de meniscus in een wedstrijd tegen Novara volledig was afgescheurd. "Ik had niet meteen door dat het zo ernstig was, ben nog zelf naar de kant gelopen."
Het herstel vergde, mede door complicaties, meer tijd dan verwacht. Ook het WK, in het najaar, schoot erbij in. "Ik heb op tv gezien hoe ze vierde werden. Het was heel dubbel. Aan de ene kant baal je enorm dat je er niet bij bent. Het is een historisch resultaat. Zeker omdat je er al zo lang bijzit wil je dat meebeleven. Maar ik voelde ook trots, omdat ik weet wat ze ervoor gedaan hebben."
Ze was zelf al in voorbereiding op het nieuwe seizoen met Imoco Conegliano waarmee ze de afgelopen twee seizoenen Italiaans kampioen werd. De Kruijf heeft al weer bijgetekend. "Ik heb het enorm naar mijn zin. We hebben allemaal een appartement in hetzelfde gebouw: praktisch en gezellig. Ook de manier waarop ze me begeleid hebben na mijn blessure heeft meegespeeld in mijn keuze voor een vierde jaar bij te tekenen."
Terug bij Oranje maakte ze de afgelopen weken lange dagen op Papendal, 's avonds bijkomend in haar appartement in Utrecht. "Het is een voorbereiding zoals ik die gewend ben. Al moet ik erop letten dat ik mijn knie niet meer te veel belast. Dat zal altijd zo blijven." Ze zegt "positief verrast" te zijn over de ontwikkeling die jonge speelsters als Juliët Lohuis, Marrit Jaspers en Eline Timmerman hebben doorgemaakt. "Leuk om te zien hoe ze veranderd zijn."
Contact met haar Italiaanse ploeggenoten heeft ze nu vooral via de app. Een aantal van hen komt ze zondag tegen. "Nee, daar hebben we het onderling niet over. Ik schat de kansen op 50/50. Er zijn de afgelopen jaren periodes geweest dat wij vaker van ze wonnen, maar soms was het weer andersom. En we moeten natuurlijk eerst van België en Kenia winnen. Verliezen van Kenia zou een schande zijn, maar met België hebben we vaak problemen. Het zijn net Duitsers, ze blijven doorgaan."