Tennisser Novak Djokovic heeft bij de Olympische Spelen naast de bronzen medaille gegrepen. Na zijn teleurstellende uitschakeling in de halve finales door de Duitser Alexander Zverev moest de nummer één van de wereld ook buigen voor de als zesde geplaatste Pablo Carreño Busta. De Spanjaard won de partij met 6-4 6-7 (6) 6-3.
Djokovic had in Japan zijn zinnen gezet op zogenoemde 'golden grand slam', winst van alle grandslamtoernooien en olympisch goud in hetzelfde jaar. De Serviër begon in de halve finales sterk tegen Zverev, maar na de winst in de eerste set met 6-1 moest hij de winst toch aan de Duitser laten.
De Serviër was zichtbaar nog niet hersteld van deze teleurstelling in de partij met Carreño Busta. Hij verloor de eerste set. In het tweede bedrijf sleepte hij er nog wel een tiebreak uit, die hij ondanks een wedstrijdpunt voor de Spanjaard won. Maar in de beslissende set kwam hij tot zijn grote frustratie met 3-0 achter en sloeg zijn racket kapot tegen het net. Djokovic kon zijn achterstand niet meer goedmaken en verloor de derde set met 6-3.
Djokovic had nog een kans om het olympisch toernooi met een medaille te verlaten. Hij zou nog in actie komen in het gemengd dubbel. Maar na zijn wedstrijd in het enkelspel meldde hij zich met een schouderblessure af. Het brons op dit onderdeel gaat nu naar de Australiërs Ashleigh Barty en John Peers.
Het is voor de derde keer dat Djokovic geen medaille weet te pakken bij het olympisch toernooi. In 2016 in Rio verloor hij in de eerste ronde. Ook in 2012 lukte het niet. Hij eindigde toen als vierde. In 2008 in Peking won hij wel het brons.