De honkballers van Los Angeles Dodgers zijn voor het eerst sinds 1988 kampioen geworden in de Amerikaanse Major League Baseball (MLB). De ploeg versloeg Tampa Bay Rays in het zesde duel van de World Series met 3-1 en nam daarmee een beslissende 4-2 voorsprong in de best-of-seven finalereeks.
Tampa nam in de eerste inning een voorsprong en wist die tot de zesde slagbeurt vast te houden, toen de Dodgers toesloegen. In het vervolg scoorde Los Angeles nog een keer en slaagden de Rays er niet meer in een man over de thuisplaat te brengen.
Werper Kenley Jansen kwam opnieuw niet in actie bij de Dodgers. Hij speelde zondag een onfortuinlijke rol, want in zijn inning draaide Tampa Bay een achterstand van 7-6 om in 8-7 winst. Daarna werd er door coach Dave Roberts geen beroep meer op hem gedaan.
In het beslissende zesde duel moest Los Angeles Dodgers vanaf de achtste inning verder zonder Justin Turner. De derde honkman testte positief op het coronavirus. De uitslag werd pas tijdens het duel bekend, waarna Turner direct werd vervangen.
"Ik voel me geweldig en heb helemaal geen symptomen", schreef Turner na afloop op Twitter. "Ik heb zojuist elke emotie meegemaakt die je maar kunt bedenken. Ik kan niet beseffen dat ik er nu niet bij ben en met de jongens kan feesten. Maar ik ben zo trots op dit team en ik ben ongelooflijk blij voor de stad Los Angeles."
Het was voor Los Angeles het zevende kampioenschap in de MLB. De eerste was in 1955. De Rays uit Florida speelden voor de tweede keer in het bestaan de World Series, maar wonnen de titel nog nooit.