Een internationale commissie gaat de moordaanslag op het Israëlische team tijdens de Olympische Spelen van 1972 in München grondig onderzoeken. Acht gerenommeerde wetenschappers gaan de gebeurtenissen en de voor- en nageschiedenis evalueren, maakte de Duitse minister van Binnenlandse Zaken Nancy Faeser bekend.
Het onderzoek vloeit voort uit afspraken die vorig jaar met de families van de slachtoffers zijn gemaakt bij de vijftigste herdenking. "De aanslag heeft diepe wonden nagelaten. Het is beschamend dat knagende vragen rond verwerking, transparantie en het nemen van verantwoordelijkheid veel te lang onbeantwoord zijn gebleven", aldus Faeser in een verklaring.
Op 5 september 1972 drongen acht Palestijnse terroristen het Israëlische onderkomen in het olympisch dorp binnen. Ze schoten twee sporters dood en namen negen leden van de ploeg in gijzeling. De Palestijnen eisten de vrijlating van tweehonderd Palestijnse gevangenen in Israëlische cellen en een vliegtuig. Bij de reddingsactie door speciale eenheden kwamen de negen gijzelaars, een agent en vijf terroristen om het leven.
Vorig jaar sloot de regering een overeenkomst met de nabestaanden. Zij kregen 28 miljoen euro aan compensatie. Ankie Spitzer, de weduwe van de bij de aanval omgekomen Israëlische schermcoach André Spitzer, is erg blij met het onderzoek. "Hopelijk zal het werk bijdragen aan historische gerechtigheid."
Komende herfst staat een eerste conferentie over het onderzoeksproject gepland.