Tom Dumoulin maakte indruk bij zijn rentree in het wielerpeloton na 420 dagen. Hij eindigde als vierde in de eerste etappe van de Ronde van de l'Ain. De Limburger trok in de laatste honderden meters zelfs de sprint aan voor zijn Sloveense teamgenoot Primoz Roglic, die zich net voor de meet nog liet verrassen door de Italiaan Andrea Bagioli en daardoor naast de ritzege greep.
"Ik denk dat we goed uit de lange trainingsperiode zijn gekomen en dat laat zich ook wel zien", zei Dumoulin op de website van Jumbo-Visma. Hij droeg voor het eerst het shirt van zijn nieuwe ploeg in een echte koers. "Het was er af en toe weer even in komen vandaag. Het voelde gek om weer te moeten vechten voor een plek in het peloton. De finale was hectisch, maar dat is net als met skiën, dat verleer je niet. Een betere test dan dit kon ik me niet wensen.’’
De winnaar van de Ronde van Italië van 2017 had sinds het Critérium du Dauphiné van 2019, waar hij voor de start van de voorlaatste etappe opgaf met knieproblemen, geen wedstrijd meer gereden. Dik een jaar later - een lange herstelperiode na een knieoperatie, een terugslag door darmparasieten en een gedwongen coronapauze verder - reed Dumoulin attent mee voorin in de rit over 140 kilometer van Montréal-la-Cluse naar Ceyzeriat.
Het aantrekken van de sprint voor Roglic was niet helemaal volgens plan, aldus Dumoulin. "Ik wist wel dat Primoz het wilde proberen op de laatste klim, maar hij kwam niet weg. Ik weet dat hij snel is, dus ik trok gewoon de sprint voor hem aan. Maar hij zat ook aan zijn limiet door de inspanning van daarvoor."
Dumoulin bereidt zich voor op de Tour de France, die eind augustus begint in Nice. Hij is een van de drie kopmannen. Roglic en Steven Kruijswijk zijn de andere twee.