De Nederlandse mannenploeg heeft op de Olympische Spelen verrassend een zilveren medaille gepakt op de 4x400 meter estafette. Liemarvin Bonevacia, Terrence Agard, Tony van Diepen en Ramsey Angela eindigden in de finale als tweede achter de Verenigde Staten.
De Nederlandse mannen verpulverden met 2.57,18 hun eigen Nederlands record. Ze waren slechts anderhalve seconde langzamer dan de Amerikanen: 2.55,70.
Starter Bonevacia was het langzaamst in zijn ronde (45,02) en bij de wissel kwam hij bovendien ten val. Hij hinderde Agard echter niet en Agard begon aan een inhaalrace. Zijn splittijd van 43,76 was de tweede tijd van alle 32 lopers in de finale.
Nederland lag halverwege op de vierde plaats, waarna Van Diepen (44,28) de ploeg al snel op de derde plaats bracht en een medaille lonkte. Angela (44,12) maakte het karwei af; hij klopte op de finish Bayapo Ndori uit Botswana. Het viertal uit Botswana was 0,09 langzamer.
De Nederlandse mannen vierden vervolgens uitvoerig feest en werden ook gefeliciteerd door de estafettevrouwen, die kort daarvoor ook de finale van de 4x400 meter hadden gelopen.
De estafetteploeg op de 4x400 meter deed in aanloop naar de Spelen van Tokio al van zich spreken op twee internationale toernooien. Het mannenteam met Jochem Dobber, Bonevacia, Angela en Van Diepen, veroverde in mei goud op de WK estafette in het Poolse Chorzow. Hetzelfde viertal greep in maart ook al het goud op de 4x400 meter bij de EK indoor in het Poolse Torun.
Bonevacia kreeg rust in de series omdat hij de dag ervoor achtste was geworden in de finale van de 400 meter. Hij verving in de finale Dobber.
Het Nederlandse viertal bracht het aantal atletiekmedailles in Tokio op het onwerkelijke aantal van zeven. Sifan Hassan pakte drie plakken, Femke Bol won brons op de 400 meter horden en Anouk Vetter en Emma Oosterwegel pakten respectievelijk zilver en brons op de zevenkamp.