De financiële schade voor de Nederlandse sportsector als gevolg van de coronacrisis is opgelopen tot zo'n 1 miljard euro. Dat staat in de tweede rapportage van het Mulier Instituut. Dat doet in opdracht van het ministerie van VWS, sportkoepel NOC*NSF en de Vereniging Sport en Gemeenten onderzoek naar de gevolgen van het coronavirus op de financiering van de sport en op het sport- en beweeggedrag van Nederlanders. Het Mulier Instituut heeft donderdag de tweede Monitor Sport en Corona naar de Tweede Kamer gestuurd.
In de zomer presenteerden de onderzoekers hun eerste bevindingen. Toen was de inschatting dat de schade voor de Nederlandse sport op dat moment 400 tot 600 miljoen euro bedroeg. Inmiddels is de financiële schade opgelopen tot bijna 1 miljard euro. Het totale omzetverlies voor de hele sportsector bedraagt 2,1 miljard, maar door kostenbesparingen en steunmaatregelen van de overheid wordt een deel daarvan opgevangen.
De grootste klappen vallen in de breedtesportsector. Het Mulier Instituut schat het omzetverlies voor de sportverenigingen en sportondernemers, zoals fitnesscentra en zwembaden, op 1,5 miljard. Daar blijft ook na terugbrengen van de kosten en diverse steunpakketten nog zo'n 700 miljoen euro van over.
Het betaalde voetbal, de topsport en de sportevenementensector zijn naar schatting sinds het uitbreken van de crisis 630 miljoen euro aan omzet misgelopen. Ondanks overheidssteun en kostenbesparingen blijft dit deel van de sector met een schade van 280 miljoen euro zitten. Volgens experts die het Mulier Instituut sprak, is sprake van de grootste voetbalcrisis ooit.
Vrijwel alle sport kwam in het voorjaar stil te liggen vanwege het coronavirus. Na de eerste lockdown werden de maatregelen versoepeld en konden de competities in de zomer weer beginnen. Vorige maand besloot het kabinet vanwege het toenemende aantal besmettingen echter weer extra maatregelen te nemen. Op het betaalde voetbal na werden alle sportcompetities stilgelegd.
Meer dan de helft van de sportverenigingen verwacht 2020 af te sluiten met een financieel tekort. Van de ondervraagde clubbestuurders maakt 45 procent zich (ernstige) zorgen over de gevolgen van de crisis. Ze zijn vooral bang dat leden en vrijwilligers stoppen en dat de financiële situatie voor problemen gaat zorgen. Bij één op de drie verenigingen daalt het ledenaantal sinds september vorig jaar. De coronacrisis is daarvan de belangrijkste oorzaak.