Op 2 kilometer voor de streep was het sprookje van Marc Hirschi eigenlijk voorbij. Hoewel het Zwitserse talent van Team Sunweb nog meesprintte om de ritzege in de negende etappe van de Tour de France was al vrijwel zeker dat hij zijn inspanningen - een solo van 90 kilometer over vijf cols - moest bekopen. Hirschi werd derde, achter de Slovenen Tadej Pogacar en Primoz Roglic.
De wereldkampioen bij de beloften van 2018 had enorme indruk gemaakt, zoals hij dat eerder al deed in de tweede etappe waarin Julian Alaphilippe hem net van ritwinst had afgehouden. Maar bewonderende woorden konden hem zondag niet opbeuren. "Ik kan niet blij zijn over mijn optreden, ik ben superverdrietig", zei de 22-jarige renner uit Bern, die in Fabian Cancellara een beroemde oud-renner als manager heeft.
'Flying Hirschi' luidt zijn bijnaam, die hij in de Pyreneeënrit ook waarmaakte. "Ik wist dat ik moest focussen op mijn plan. Ik heb geen invloed op wat er achter me gebeurt. Het was gewoon zaak zo hard mogelijk naar de finish te fietsen. Dat heb ik goed gedaan, maar het is zo jammer dat ik net naast de ritzege grijp."