Jorien ter Mors kan haar olympische titel op de 1000 meter niet verdedigen. De 32-jarige schaatsster van Team IKO eindigde met 1.15,08 als vijfde op het olympisch kwalificatietoernooi en greep daarmee naast een startbewijs op die afstand tijdens de Olympische Spelen in China.
"Als je kijkt hoe ik de afgelopen maanden heb rondgereden, heb ik best een redelijke race gereden. Het was niet voldoende, maar toch", zei Ter Mors. "Ik deed een extra slag uit de derde bocht en kwam omhoog. En als ik een paar graden hoger zit, kan ik echter minder goed druk zetten. Als ik die fout niet had gemaakt, had ik wellicht wel een goede slotronde gereden en had ik misschien een paar treetjes hoger gestaan. Je kan geen fouten maken hier. Vroeger had ik over en kon dat, maar zoveel marge zit er nu niet meer. "
Ter Mors overkwam iets vergelijkbaars op het OKT van 2017. Toen greep ze als regerend olympisch kampioen op de 1500 meter naast een startbewijs voor de schaatsmijl voor de Spelen van Pyeongchang. Op de 1000 meter wist ze zich toen wel te plaatsen en won ze goud op de Spelen van 2018. "Natuurlijk baal ik. Ik weet uit vorige edities dat mijn verloop tijdens het OKT niet glansrijk was in de eerste omloop, maar ik houd vertrouwen voor wat nog komt."
Ze start komende dagen nog op de 500 meter en de 1500 meter. "Het OKT is nog niet afgelopen. Als mijn techniek goed is en ik heb de ontspanning, dan kan ik een harde 1500 meter rijden." De 1000 meter werd gewonnen door Jutta Leerdam. De 22-jarige Zuid-Hollandse is daarmee zeker van deelname aan de Spelen in Beijing.