De fenomenale snoekduik van Robin van Persie tegen Spanje, de winnende treffer van Lionel Messi in de Champions League-finale van 2009, of het doelpunt van Cristiano Ronaldo tegen Sampdoria waarbij hij tot een hoogte van 2,56 meter sprong. Het is slechts een handjevol wereldberoemde kopgoals in de voetbalwereld. Koppen is een integraal onderdeel van de sport, maar het brengt tegelijkertijd meerdere problemen voor sporters, vindt de Gezondheidsraad.
Veelvuldig koppen op trainingen en tijdens wedstrijden verhoogt het risico op dementie en ander hersenletsel, zegt de Gezondheidsraad. Hoewel een direct oorzakelijk verband tussen koppen en hersenschade nog lastig te bewijzen is, vindt een commissie van experts de bestaande wetenschappelijke aanwijzingen overtuigend genoeg. De Gezondheidsraad ziet daarnaast verbanden met andere neurologische aandoeningen, zoals ALS en Parkinson.
Concrete aanbevelingen na de zomer
Na de zomer komt de Nederlandse Sportraad met aanbevelingen voor concrete maatregelen. Een kopverbod voor jonge voetballers – zoals dat al bestaat in onder meer België, Engeland en de VS – is een reële optie. De KNVB lijkt dit een goed idee en gaf dit aan bij de UEFA en de FIFA. De Europese en wereldwijde voetbalbonden denken er echter anders over en overwegen geen verbod op koppen. De FIFA is er zelfs op tegen.
Wie lopen het meeste risico?
Topvoetballers – zowel profs als topamateurs – hebben volgens het advies twee tot drie keer meer kans op dementie dan mensen die niet op hoog niveau voetballen. Verdedigers gaan over het algemeen de meeste kopduels aan en lopen daarmee het meeste risico. Bij keepers is de kans op hersenletsel het kleinst, simpelweg omdat zij zelden hoeven te koppen. Bij amateurvoetballers is het risico vermoedelijk lager. Dat komt eenvoudigweg omdat zij minder vaak en minder intensief koppen dan profs.
Vrouwen en kinderen
Vrouwen en kinderen zijn volgens de Gezondheidsraad mogelijk extra kwetsbaar voor hersenletsel. Zo krijgen vrouwelijke spelers relatief vaker een hersenschudding dan mannen. Dat kan onder andere te maken hebben met minder ontwikkelde nekspieren, een bal die niet goed is afgestemd op het vrouwenlichaam, en mogelijk hormonale factoren.
Kinderen vormen een risicogroep omdat hun hersenen nog in ontwikkeling zijn. Vooral tussen de tien en vijftien jaar wordt er intensief geoefend met koppen. Daarom adviseert de Gezondheidsraad voor deze groep strengere maatregelen. In het buitenland zijn er al regels van toepassing.
Beleid in het buitenland
In meerdere landen zijn al maatregelen genomen. Zo mogen kinderen in België en de VS onder de 10 jaar niet koppen, in Engeland onder de 11 en in Schotland en Noord-Ierland onder de 12. Ook voor profs zijn er limieten. Voor spelers van BVO’s (Betaald Voetbal Organisaties) in Engeland is het aantal zware kopballen op trainingen beperkt tot tien per week. In Schotland geldt dat profs een dag vóór en ná een wedstrijd niet mogen koppen.
Maatregelen geopperd door de Gezondheidsraad
Vanwege het verband tussen het koppen van een bal en schade aan de hersenen, adviseert de Gezondheidsraad om het aantal kopballen – zowel bij profs als bij amateurs – structureel te verminderen. Het advies komt op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De raad stelt dat training van motorische vaardigheden kan helpen hersenschade te beperken.
Op voetbaltechnisch gebied pleit de Gezondheidsraad daarom voor aanpassingen in de spelregels, zoals het beperken van lange trappen en het vermijden van harde ballen op het hoofd. Het gebruik van lichtere trainingsballen is eveneens benoemd.
Bovendien lijkt het de raad een goed idee om ouders, trainers en scheidsrechters voor te lichten over de mogelijke gevolgen van koppen op de hersenen van jeugdspelers en amateurvoetballers.
Voetbaltechnisch: maatregelen zijn onrealistisch en niet te handhaven
De vraag is of de sport dan nog wel hetzelfde blijft met deze mogelijke veranderingen. Simpelweg is daarop het antwoord: nee. Het verbieden of beperken van lange ballen – een tactiek die het overgrote deel van de amateurverenigingen én profclubs in Nederland hanteert – zorgt ervoor dat het voetbal minder dynamisch wordt. Als alle passes namelijk alleen nog maar over de grond mogen worden gespeeld, dan is het in één klap lastiger om het spel te verleggen tussen de linies. Voor jeugdelftallen is dat wellicht een probleem.
In het amateur- en jeugdvoetbal is het onbegonnen werk om een dergelijke regelwijziging door te voeren, zeker op de lagere niveaus. Vinden jongeren het nog wel leuk om te voetballen als ze niet zo nu en dan een bal zo hard mogelijk weg kunnen schieten? De voetballende oplossing – woorden die vaak uit de monden van trainers rollen – vergt inzicht en motorische vaardigheden. Veel jonge voetballers beschikken daar simpelweg niet over en kiezen daarvoor vaak voor de lange bal.
Daarnaast is handhaving van zo’n maatregel heel lastig. Hoe moet zoiets gerealiseerd worden? Moet een scheidsrechter telkens affluiten als de bal lang wordt gespeeld? Dat zal voornamelijk tot frustraties leiden, op de amateurvelden maar zeker ook in de Nederlandse stadions. Tegenwoordig fluiten scheidsrechters namelijk al zo vaak af, dat in 2019 een Eredivisiewedstrijd vaak zelfs in werkelijkheid maar 50 minuten duurde in plaats van 90.
Het is ook de vraag of lichtere ballen wel helpen. Vanwege het mindere gewicht, krijgt zo’n bal meer vaart mee. Daardoor kan een lichtere bal even hard, of zelfs harder aankomen dan een zwaardere bal.
Nationale impact van dementie en ander letsel
Echter valt niet te betwisten dat dementie een groot thema is in Nederland. Het is inmiddels de belangrijkste doodsoorzaak én de duurste aandoening van het land. Volgens deskundigen is traumatisch hersenletsel een van de weinige risicofactoren waar actief op ingegrepen kan worden. Zeker als het om kinderen – waarvan de hersenen nog in ontwikkeling zijn – gaat, is het wel degelijk belangrijk om de gang van zaken te heroverwegen.
Het is afwachten welke voorstellen de Sportraad na de zomer doet omtrent de maatregelen en of deze wel realistisch zijn. Voorlopig ligt het in de handen van voetballers zelf. Het is vooralsnog hun eigen verantwoordelijkheid om bij te houden hoe vaak ze een bal koppen.