Sjoukje Dijkstra is diep geraakt door het overlijden van Joan Haanappel (83). De twee kunstrijdsters hadden een hechte vriendschap, hoewel ze als topsportsters concurrenten van elkaar waren.
"Het voelt alsof mijn zuster is overleden. We hadden een vriendschap van 75 jaar hè. We belden elkaar iedere dag", zei Dijkstra (82) in gesprek met het ANP. "We gingen heel goed met elkaar om en hadden nooit ruzie. Zij was wat drukker, ik wat rustiger."
Als tieners besloten ze samen naar het buitenland te gaan om te gaan trainen onder de Zwitserse coach Arnold Gerschwiler. "In het buitenland deelden we kamers en er was helemaal geen haat en nijd. Maar dat hoefde ook helemaal niet, toch? We waren vriendinnen, maar vochten wel om de eerste plaats."
Na hun carrière bleven de twee elkaar zien en spreken. En ze bleven zich inzetten voor het kunstrijden. "We hebben de Stichting Kunstrijden Nederland opgezet en het doel was iemand weer op de Olympische Spelen te krijgen. De stichting was haar kindje", aldus Dijkstra.
De vriendinnen hadden de wens om in 2026 naar de Olympische Winterspelen in Milaan te gaan, in de hoop daar een Nederlandse aan het werk te zien. "Daar ga ik nu ook niet meer naartoe. Het was het idee om er samen heen te gaan, dus dat heeft nu geen zin meer", aldus Dijkstra.
De voormalig olympisch kampioene vindt het lastig er één bijzonder gezamenlijk moment uit te lichten. "Ik heb zoveel momenten met haar beleefd, als amateur en als prof, dat zou ik niet zomaar kunnen opnoemen. Dat is een hele lijst."
Dijkstra bezocht Haanappel vorige week voor het laatst.