De handbalsters van Oranje zijn het EK begonnen met een nipte overwinning op Roemenië. In Skopje werd het 29-28 voor de ploeg van bondscoach Per Johansson. Halverwege het duel leidde Oranje met 14-12. Vorig jaar won Nederland op het WK ook met één doelpunt verschil van Roemenië, toen werd het 31-30.
In de tweede helft had Nederland een gat geslagen van vijf doelpunten (22-17), maar Roemenië wist knap terug te komen tot 25-25. In de slotfase hield Oranje ternauwernood stand, mede dankzij een rake strafworp van Angela Malestein in de laatste minuut. Daardoor was er niet genoeg tijd meer over voor de Roemeense speelsters om nog twee keer te kunnen scoren.
Malestein kwam tot zes doelpunten, Laura van der Heijden maakte één goal meer. Kelly Dulfer werd desondanks uitgeroepen tot beste speelster van de wedstrijd.
Het duel werd na 20 minuten even stilgelegd omdat de keepster van Roemenië in botsing met de paal was gekomen. Terwijl ze langs de zijlijn werd behandeld, liep Oranje uit naar 11-9, onder meer door de bal van grote afstand in het lege doel te werpen.
Bij Oranje zat Johansson ondanks een aantal hectische dagen op de bank. De bondscoach mocht niet met de selectie in het vliegtuig stappen, omdat hij problemen had met zijn paspoort. Het paspoort van de coach was net niet lang genoeg meer geldig om naar Noord-Macedonië af te mogen reizen.
Twee jaar geleden eindigde Nederland op een teleurstellende zesde plaats op het EK. In 2018 veroverde Oranje brons en in 2016 werden de handbalsters tweede.
Oranje speelt in de groepsfase ook tegen olympisch kampioen Frankrijk en Noord-Macedonië. De Franse speelsters waren met 24-14 te sterk voor een van de gastlanden. Ook Montenegro en Slovenië huisvesten het EK.