De Nederlandse handbalsters zijn het wereldkampioenschap in Denemarken, Zweden en Noorwegen begonnen met een ruime zege op Argentinië. Oranje won in het Deens Frederikshavn met 41-26. Bij rust leidde de ploeg van bondscoach Per Johansson al met 20-14.
Topscorer was Estavana Polman met zeven treffers. Dione Housheer (zes goals) en Angela Malestein (vijf doelpunten) waren ook op schot. Yvette Broch maakte in de tweede helft haar rentree na tweeënhalf jaar afwezigheid. Ze scoorde meteen bij haar eerste balcontact.
Congo is zaterdag de volgende tegenstander in de groep, waarin ook nog Tsjechië zit. De beste drie van de poule plaatsen zich voor de hoofdronde. Het Nederlands team won in 2019 in Japan de wereldtitel. Op het vorige WK in 2021 in Spanje eindigde de ploeg teleurstellend als negende.
Na vroege hattricks van Housheer, Bo van Wetering en Larissa Nusser liep de score in de eerste helft snel op, al bood Argentinië af en toe aardig tegenstand. De Zuid-Amerikaanse ploeg scoorde nogal eens in overtal, als keepster Yara ten Holte naar de kant ging bij een aanval van Oranje. Ze was dan vaak te laat terug onder de lat bij de tegenaanval van Argentinië en zag de bal dan via een lange afstandsworp in een leeg doel verdwijnen.
Ten Holte kreeg de voorkeur boven de twee andere doelvrouwen, Tess Lieder en Rinka Duijndam. Duijndam, die voor het WK eigenlijk de eerste keus was, moest zelfs plaatsnemen op de tribune. Ten Holte was vorige week opgevallen in de oefenwedstrijden tegen Hongarije en deed het tegen Argentinië ook weer goed.
De teruggekeerde Broch deed zich meteen gelden. De cirkelspeelster was lang niet beschikbaar voor Oranje, maar gaf gehoor aan het verzoek van Johansson om de geblesseerde Merel Freriks te vervangen. Ze joeg samen met vedette Polman en de uitblinkende Housheer de ploeg in de tweede helft aan. Na drie kwartier stond Nederland 36-22 voor en was er een gat van veertien goals verschil geslagen. Heel soms stelde Argentinië de Nederlandse dekking op de proef, maar veel gevaar leverde het niet op.
Loïs van Vliet, als 18-jarige nieuw bij het Nederlands team, sierde haar debuut in de slotfase op met twee goals en zij vergrootte de kloof bij het eindsignaal tot vijftien goals.