De Nederlandse handbalsters hebben een roemloze uitschakeling op het EK in Denemarken voorkomen door de cruciale derde groepswedstrijd te winnen van Hongarije: 28-24. De zwaarbevochten overwinning was noodzakelijk om zich na de eerdere nederlagen tegen Servië en Kroatië te plaatsen voor de hoofdronde.
Het team van bondscoach Emmanuel Mayonnade was in die eerste twee wedstrijden geen schim van de ploeg die een jaar geleden historisch goud veroverde op het WK in Japan. Op de laatste zes grote toernooien wist Nederland zelfs altijd de halve finales te bereiken. Op het EK van 2018 won de ploeg brons en op het EK van 2016 zilver.
Ook tegen Hongarije begon de ploeg onzeker en leek het vaak besluiteloos. Er zat zelfs wanhoop in het spel, geïllustreerd door gemiste schoten van onder anderen topschutter Lois Abbingh. De Hongaarsen scoorden wel en makkelijk. Het was dat Angela Malestein op dreef was op de rechterhoek en wel haar kansen benutte, anders was de situatie na een kwartier al uitzichtloos.
Bij een achterstand van 14-10 ging eindelijk de knop om. Het vooruitzicht van een pijnlijke uitschakeling maakte agressie los. Oranje schroefde het tempo op en krabbelde overeind, mede dankzij een ontketende Kelly Dulfer.
Bij rust stond Hongarije nog met 15-13 voor, maar Oranje kwam getergd uit de kleedkamer en vond meteen het net van Hongarije. Malestein bracht de ploeg na 10 minuten op gelijke hoogte (19-19), vervolgens nam Dione Housheer drie goals op rij voor haar rekening en stond Nederland zelfs voor.
De laatste 10 minuten stond de wereldkampioen weer als vanouds te handballen: vanuit een ijzersterke dekking snel en meedogenloos toeslaan. De ploeg liep uit naar 26-23 en had de zaak volledig onder controle. Uitblinkster Dulfer mocht de slottreffers voor haar rekening nemen. Ze maakte er acht in totaal.
Dankzij de zege neemt de ploeg van Mayonnade 2 punten mee de hoofdronde in. Duitsland is donderdag de volgende tegenstander. Daarna volgen duels met meervoudig Europees kampioen Noorwegen en Roemenië.