De Olympische Spelen begonnen voor de Nederlandse handboogschutters met een historische zilveren medaille, maar eindigden teleurstellend. In het individuele toernooi werden de vijf schutters van Oranje allemaal vroeg uitgeschakeld. Steve Wijler, die zich als zesde had gekwalificeerd, vloog donderdag als laatste ook uit het toernooi.
De 24-jarige Limburger moest het in de tweede ronde afleggen tegen Ilfat Abdullin uit Kazachstan: 6-4 (26-26 29-25 28-28 28-28 27-27). De tweede set, die werd gewonnen door Abdullin, bleek cruciaal.
Wijler was het individuele toernooi begonnen met een zege op de 53-jarige Naploszek Slawomir met 6-4 (27-24 28-27 27-28 28-28 27-27). De Pool was er al bij op de Spelen van Barcelona in 1992.
Debutant Wijler schoot vorige week in de zogeheten rankingsronde meer punten bij elkaar dan Sjef van den Berg en Gijs Broeksma en mocht daarom met Gabriela Schloesser meedoen aan de gemengde landenwedstrijd. Het Nederlandse duo bezorgde TeamNL daarin de eerste medaille op de Spelen van Tokio: zilver. In de landenwedstrijd voor mannen grepen Wijler, Van den Berg en Broeksma net naast een medaille. Ze werden vierde, na een verloren shoot-off tegen Japan.
Het individuele toernooi eindigde voor alle Nederlandse handboogschutters in de tweede ronde. Van den Berg en Broeksma werden woensdag uitgeschakeld, Schloesser en Wijler de dag erna.