Max Verstappen stond er na zijn uitvalbeurt in de Grote Prijs van Bahrein nog redelijk monter bij. Hij had tijdens de race via de boordradio behoorlijk zitten foeteren over alles wat er misging met zijn Red Bull-auto, maar die boosheid was na de race omgeslagen in berusting. "Dit soort dingen kunnen gebeuren in het eerste raceweekend", zei de Limburger in de paddock van het woestijncircuit van Sakhir.
"Natuurlijk is het teleurstellend dat onze beide auto's de finish niet halen, maar de snelheid was er en ik heb gevochten voor de winst. Charles Leclerc is een goede racer, mijn duel met hem was leuk", vervolgde de wereldkampioen, die in de race heel wat aanvallen plaatste op de Ferrari van de Monegask, maar zich keer op keer verkeek op de kracht van de Italiaanse auto.
"Mijn snelheid was oké, maar toch niet zo goed als ik hoopte. Ik had niet de juiste balans in de auto. Hij was heel moeilijk te rijden. En als ik een beetje wilde aanzetten, dan werden de remmen gelijk te warm", legde Verstappen uit. "Ik vond ook dat we het tactisch beter hadden kunnen doen. Ik had veel agressiever willen rijden na de pitstops. Dan had ik aan de leiding kunnen komen en dan weet je maar nooit wat er kan gebeuren."
Verstappen uitte tijdens de race zijn ongenoegen over de strategie luidkeels naar zijn race-engineer, die hem tot voorzichtigheid maande. "Voortaan doe ik het op mijn manier", beet hij hem toe. Na de race relativeerde Verstappen zijn felle woorden. "Hij is de enige met wie ik kan praten en stoom bij kan afblazen. Ik zeg nu eenmaal wat ik denk en hou me niet in. Maar wees gerust, we hebben een goede verstandhouding."
De frustraties bij Verstappen namen toe toen zijn Red Bull tegen het einde van de grand prix ook nog eens stuurproblemen kreeg. Het was precies in de fase dat de safetycar op de baan was gekomen na een brand in de AlphaTauri van Pierre Gasly en het rijdersveld zich weer samenvoegde. "Normaal draait dat stuur heel soepel, maar ik moest nu heel veel kracht zetten om er een beetje beweging in te krijgen. Hoe harder ik ging, hoe meer problemen ik had."
Tot overmaat van ramp ging op drie ronden voor het einde het brandstofsysteem kapot en kon hij een ultieme aanval op de koppositie uit zijn hoofd zetten. "Het leek alsof er geen brandstof meer naar de motor vloeide. Zo'n beetje alles viel uit en ik kon niet anders dan de wagen naar de garage laten uitrollen. Het is niet wat je er vooraf van verwacht, vooral niet omdat we zo goed waren in de testdagen en de trainingen. Ik streed ook mee om poleposition. Ondanks die problemen met de auto had ik tweede kunnen worden en dat was gezien de omstandigheden een prima resultaat geweest. Ik verlies nu 18 punten en dat is teleurstellend, omdat je weet dat het aan het einde van het kampioenschap heel spannend kan zijn. En dan zouden die punten heel belangrijk kunnen zijn."