De hockeyers hebben in hun vierde groepswedstrijd op de Olympische Spelen gelijkgespeeld tegen Groot-Brittannië. In het Oi Hockey Stadion in Tokio gaf Oranje een 2-0-voorsprong weg. De wedstrijd eindigde in 2-2.
De hockeyers zijn door het gelijkspel wel zeker van de kwartfinales. Dat komt ook door de verrassende nederlaag van Duitsland tegen Zuid-Afrika (4-3).
De hockeyers van bondscoach Max Caldas konden na de nederlaag tegen wereldkampioen België nog niet imponeren in Tokio. Er werd gewonnen van Zuid-Afrika (5-3) en Canada (4-2), maar dat ging ook niet heel gemakkelijk.
Tegen de Britten, die eerder ook hadden gewonnen van Zuid-Afrika en Canada, maar wel verloren van Duitsland, opende Oranje de score in het tweede kwart. Na een goede combinatie tussen Jonas de Geus en Mirco Pruyser, tikte Thierry Brinkman de voorzet van De Geus binnen. In het derde kwart vergrootte Jip Janssen de voorsprong door te scoren uit een strafcorner.
Groot-Brittannië zette aan in het vierde kwart en kwam op 2-1 via Samuel Ian Ward. Daarna kwam Oranje nauwelijks meer onder de druk van de Britten uit en gaf de ene na de andere strafcorner weg. Uit een strafcorner maakte Ward de gelijkmaker, nadat doelman Pirmin Blaak eerder al treffers uit strafcorners had voorkomen. Nederland kreeg in de slotminuut nog vier strafcorners, maar wist daar niet meer uit te scoren.
Billy Bakker was tevreden over het Nederlandse spel in de eerste drie periodes. "Maar het is moeilijk om dat niveau de hele wedstrijd vol te houden. In het vierde kwart speelde Groot-Brittannië ook heel goed - ze hebben ook kwaliteit - en we stonden verdedigend niet goed. We verspeelden de bal te vaak, en daar profiteerden zij van. Maar we zijn tevreden met het resultaat", aldus Bakker.
Toch ziet Bakker mogelijkheden voor het vervolg van het toernooi. "We wisten dat Duitsland van Zuid-Afrika had verloren, dus we hebben ons gekwalificeerd en dat is een grote stap voorwaarts. We spelen voor een medaille en we willen ons spel verbeteren in de kwartfinale."